- 2 - De vergelijking gaat weliswaar niet geheel op, omdat het aantal bejaar den in 1985 groter zal zijn dan in 1978 (waarover cijfers beschikbaar zijn), zodat het tekort in 1985 nog groter zal zijn dan reeds geconsta teerd is. Het percentage bejaarden in Leeuwarden is per 1 januari 1979 14>5 terwijl op basis van statistische prognoses dit percentage in 1985 16 zal bedragen. Gemeentelijk standpunt t.a.v. de discussie-nota. Gelet op de hierboven geschetste consequenties van toepassing van de 7%-norm op de Leeuwarder situatie zal het U duidelijk zijn, dat wij de voorstellen tot vermindering van verzorgingsplaatsen zoals die zijn ge daan in de discussie-nota onaanvaardbaar achten. Daarbij vragen wij ons af, of de 7%-norm voor Friesland en voor onze ge meente als norm mag gelden. De norm, dat 7% van het aantal bejaarden niet meer zelfstandig kan wo nen en leven en voor opneming in een bejaardenoord in aanmerking komt, is gebaseerd op een onderzoek, dat aan het eind van de jaren zestig is gehouden in Rotterdam. Het is zeer de vraag of dit gebied representatief is voor het gehele land en of de 7%-norm daarom wel landelijk gehanteerd mag worden. De Tweede Kamer achtte de ontwikkeling van een meer gefun deerde norm noodzakelijk, maar aanvaardde de 7%-norm als oriëntatie-punt, Er zij met nadruk op gewezen, dat de 7%-norm ook blijkens het onderzoek in Rotterdam alleen mag worden gehanteerd, wanneer in het betreffende gebied 25% van de bejaarden in een bejaardenwoning kan worden gehuisvest en bovendien de extra-murale zorg in de vorm van bejaardenhulp, maaltijd verstrekking e.d. optimaal is. Helaas moeten wij constateren, dat op dit moment in onze gemeente aan geen van beide genoemde criteria wordt voldaan. Naar de mening van de Commissie Sociale Zaken van de regio dient de in formatie over de werkzaamheden van de indicatie-commissies tot nu toe op korte termijn te worden gebundeld en bestudeerd. Uit die informatie moet blijken welk percentage van de bejaarden in Friesland werkelijk in een bejaardenoord moet worden opgenomen. De indicatie-commissies in Friesland zijn nu alle tenminste een jaar werkzaam. Er is derhalve reeds informatie beschikbaar. Door de niet toereikende opname-capaciteit staan er op dit moment in Leeuwarden nog 135 personen op de wachtlijst. Wij verwachten dat deze wachtlijst in de toekomst nog groter zal worden, gelet op het feit, dat er nog 209 aanvragen voor plaatsing door de indicatie-commissie moeten worden onderzocht. Daarnaast moet worden geconstateerd, dat het gemid delde aantal (geïndiceerde) opname-behoeftigen in Leeuwarden per jaar 339 bedraagt, terwijl het aantal vrijkomende plaatsen in verzorgingste huizen gemiddeld 171 per jaar is. Ook dit pleit er voor de twee fasen uit de Nota Planning Be jaardenoordeo onderling te verwisselen. Eerst zou moeten worden onderzocht welk per centage verzorgingsplaatsen bij benadering voor Friesland zou moeten gelden. Daarna kan het aantal verzorgingsplaatsen worden afgestemd op de behoefte. Wij kunnen ons geheel in de zienswijze van de Commissie Sociale Zaken van de regio vinden en achten een dergelijke benadering ook voor onze gemeente wenselijk. Ook de Raad voor Bejaardenaangelegenheden heeft zich over de genoemde provinciale discussie-nota gebogen. Het uitvoerig commentaar dat deze Raad ons bij brief van 24 augustus 1 979 deed toekomen en dat voor U ter inzage is gelegd, sluit volledig aan bij hetgeen wij hierboven reeds hebben gesteld. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat Gedeputeerde Staten aan de Nota Plan ning Bejaardenoorden in Friesland een zevental vragen heeft gekoppeld, waarop dit College een antwoord van de gemeente wil ontvangen. De Commissie Sociale Zaken van de regio heeft hierop antwoorden geconci pieerd, waarmee wij ons geheel kunnen verenigen. Kortheidshalve verwijzen wij U voor zowel de vragen van Gedeputeerde Staten als de concept-antwoorden daarop van de Commissie Sociale Zaken naar de bij dit voorstel gevoegde stukken. Resumerend stellen wij U voor Gedeputeerde Staten van Friesland conform het vorenstaande te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 265