Regio Leeuwarden r* v Reactie naar aanleiding van de Nota ter voorbereiding van de planning van bejaardenoorden in Friesland tot 1985 in twee fasen. 1Inleiding. De regeringsnota's Bejaardenbeleid uit 1970 en 1975 bevatten de ideeën van de centrale overheid met betrekking tot de positie van bejaarden in de Nederlandse samenleving. Er staan o.a. voorstellen in over de gelijkwaardig heid en de integratie en participatie van de bejaarde in het maatschappelijk leven. Tot deze voorstellen behoort ook het streven om de bejaarde zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en leven in zijn eigen omgeving. Tegen de achtergrond van deze doelstelling moet het beleid volgens beide regeringsnota's zijn gericht op het treffen van voorzieningen die opname van bejaarden in een bejaardenoord zo lang mogelijk voorkomen. Deze voor zieningen betreffen een aangepaste huisvesting (bcjaardenwoningenen een goede extra-murale zorg (o.a. gezinshulp, warme maaltijdverstrekking Niet geheel los hiervan, maar toch vooral uit een oogpunt van kosten beheersing van de verzorging in de bejaardenoorden, kwam de wens naar voren de opname van bejaarden in bejaardenoorden te beperken en aan een wettelijke regeling te binden. Dit leidde tot de ontwikkeling van de norm, dat 7% van de bejaarden voor opneming in een bejaardenoord in aanmerking komt. Deze norm zou voortaan maatgevend zijn bij de planning van het aantal verzorgingsplaatsen. Teneinde het aantal plaatsen naar objectieve normen te verdelen werd in de Wet van 7 juni 1972, Stb. 394, tot wijziging van de Wet op de Bejaardenoorden uit 1963 de verplichting voor de gemeenten opgenomen indicatiecommissies in te stellen. De Wet op de Bejaardenoorden verplicht de lagere overheden, provincie en gemeente, tot medewerking aan het landelijk beleid. Hiertoe behoort ook de provinciale planning van bejaardenoorden. Het gedeelte van de Wet op de Bejaardenoorden, dat de provinciale besturen verplicht een planning te maken voor de bejaardenoorden in de provincie, is nog niet in werking getreden. Ter voorbereiding op de toekomstige verplich ting en ook, omdat Gedeputeerde Staten ook nu al een verklaring van geen be zwaar voor de bouw of verbouwing van een bejaardenoord moeten afgeven

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 267