-12-
-13-
8. De regionale benadering.
Het uitgangspunt, dat de bejaarde zo lang mogelijk in zijn eigen woonom
geving zou moeten blijven, wordt ten volle onderschreven. Dit uitgangspunt
dient voor zo veel mogelijk ook te gelden in het geval de bejaarde moet wor
den opgenomen in een bejaardenoord omdat hij of zij niet meer zelfstandig
kan (kunnen) functioneren. Dit betekent, dat er een voldoende spreiding
van het aantal bejaardenoorden moet zijn, die aansluit op de spreiding van
de bevolking. Als grondregel zou moeten gel
den, dat elke gemeente tenminste over één bejaardenoord zou moeten beschikken.
Verder zou het aantal verzorgingsplaatsen per gemeente moeten worden bepaald
en niet per regio, aangezien er bij een regionale bepaling binnen de
betreffende Regio onevenwichtige situaties kunnen ontstaan.
De Nota planning bejaardenoorden voldoet in zijn uitkomsten niet aan deze
grondregels.
In de eerste plaats is er een gemeente, die niet over een bejaardenoord
beschikt, namelijk de gemeente Daarderadeel (overigens in combinatie met de
niet tot de Regio Leeuwarden behorende gemeente Rauwerderhem)Inwoners uit
die gemeenten zijn aangewezen op bejaardenoorden die buiten de gemeente van
inwoning zijn gelegen: Leeuwarden, Francker, Tzum, Grouw, Akkrurr^ Dolsward
of Wommelsals meest nabije plaatsen. De bindingen aan de eigen streek zijn
te sterk om dergelijke afstanden, ook qua sfeer, overbrugbaar te achten.
In de tweede plaats leidt de regionale benadering van de Nota planning
bejaardenoorden tot een tekort aan verzorgingsplaatsen in de oostelijke
helft van de Regio Leeuwarden en tot een surplus in de westelijke helft.
Zoals uit het overzicht in bijlage 1 bij dit commentaar blijkt, beschikken
Leeuwarden, Baarderadeel-Rauwerderhcm, IdaarderadeelMenalduamdeelLeeuwardera
deel en Ferwerderadeel in 1985 volgens de Nota over 928 verzorgingsplaatsen,
terwijl er alleen al volgens de 7% norm 1211 nodig zijn er van uitgaand,
dat het aantal bejaarden tussen 1978 en 1985 niet toeneemt. Daarentegen
beschikken Darradeel, het Dildt, Franeker, Franekeradeel en Harlinyen over
698 verzorgingsplaatsen, terwijl er volgens de 7norm 452 noodzakelijk
zijn. Voor Leeuwarden zelf zijn de cijfers: 655 volgens de Nota; 831 volgens
de 7% norm (basis 1978).
De regionale benadering leidt of tot aanzienlijke wachtlijsten van positief
geïndiceerde bejaarden in de onderbedeelde gemeenten of tot ontheemding
van de bejaarde bij (soms noodgedwongen) uitwijken naar andere gemeenten.
Beide mogelijkheden moeten als onaanvaardbaar van de hand worden gewezen.
Wat betreft de wachtlijsten zij verwezen naar bijlage bij dit commentaar,
nog op te nemen (geïndiceerde) bejaarden. Uit deze bijlage blijkt, dat zelfs
met de huidige 10% verzorgingsplaatsen 334 verzorgingsbehoevende bejaarden
niet kunnen worden opgenomen, aangezien de gemiddelde bezettingsgraad
van de tehuizen 102% is.