- 2 - Artikel 3» 1De belanghebbende heeft recht op een uitkering met ingang van de dag van zijn ontslag. 2. Burgemeester en Wethouders kennen de uitkering toe. De gegevens die Burgemeester en Wethouders nodig achten voor de toeken ning dienen door of vanwege de belanghebbende te worden verstrekt. Artikel 4- 1. De uitkering bedraagt 80% van de laatstelijk genoten bezoldiging. 2. De uitkering wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald. Artikel 5- 1De inkomsten die de belanghebbende geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, worden in mindering gebracht op de uit kering over de maand, waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. 2. Wanneer de belanghebbende arbeid of bedrijf ter hand heeft genomen voor de dag van het ontslag en na die dag uit die arbeid of dat bedrijf in komsten of meer inkomsten gaat genieten, is het eerste lid ten aanzien van die inkomsten, vermeerdering van inkomsten of een gedeelte daar'. an niet van toepassing, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat die inkomsten, vermeerdering van inkomsten of dat gedeelte daarvan noch 'net gevolg zijn van een verhoogde werkzaamheid noch verband houden met het ontslag. De vorige volzin geldt echter niet, wanneer de belanghebbende arbei<: of bedrijf ter hand heeft genomen gedurende non-activiteit, vakantie of verlof onmiddellijk voorafgaand aan het ontslag dan wel binnen een er- mijn korter dan één jaar voorafgaande aan het ontslag. 3. Ten aanzien van de belanghebbende, die na zijn ontslag uit hoofde vn ziekte of arbeidsongeschiktheid nog aanspraken heeft of krijgt in v r- band met de betrekking waaruit hij is ontslagen, wordt de uitkering ver minderd met het bedrag daarvan tot het einde van de periode waarove die aanspraken bestaan. 4- "Voor de toepassing van dit artikel wordt een uitkering krachtens de Al gemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1975» 674) aangemerkt als in om- sten in verband met arbeid. 5. Indien in het bedrag der inkomsten, zoals bedoeld in de voorafgaande le den, is of kan worden geacht te zijn begrepen een vergoeding ter za e van de premie Algemene Ouderdomswet en Algemene Weduwen- en Wezenwet, blijft deze vergoeding voor de toepassing van dit artikel buiten be schouwing. 6. Indien de toepassing van dit artikel tot onredelijke resultaten lei .t, kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van belanghebbende van het in dit artikel bepaalde afwijken. Artikel 6. 1.a. De belanghebbende is verplicht van het ter hand nemen van enige ar beid of bedrijf terstond mededeling te doen aan burgemeester en wet houders onder opgave, voor zover mogelijk, van de inkomsten, die lij uit die werkzaamheden zal genieten. Indien het niet mogelijk is deze inkomsten vooraf op te geven, doet belanghebbende tijdig voor het ver schijnen van elke uitkeringstermijn opgave van inkomsten, die hij se dert de aanvang van de werkzaamheden, of sedert de vorige opgave heeft genoten. - 3 - b. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere voorschriften geven aangaan de het doen van mededelingen door de belanghebbende met betrekking tot de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf. 2.a. Indien de aard van de werkzaamheden of van de inkomsten medebrengt, dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, ge schiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt op de uitkering een ver mindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag onder voor behoud van verrekening aan het einde van de evenbedoelde termijn. b. Deze verrekening vindt plaats met toepassing van artikel 5» niet dien verstande, dat de onder a. van dit lid genoemde langere termijn ge hanteerd wordt. 3. Het in de voorafgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van de arbeid of het bedrijf en de inkomsten daaruit, be doeld in artikel 5» tweede lid, alsmede ten aanzien van de inkomsten ter zake van aanspraken of de uitkering bedoeld in artikel 5» derde en vier de lid. 4. De belanghebbende aan wie een uitkering is toegekend, wordt door het aanvaarden van de uitkering geacht erin toe te stemmen, dat allen, die daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven, die voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Artikel 7- Indien op een belanghebbende artikel N 9» derde lid, van de Algemene bur gerlijke pensioenwet niet van toepassing is, wordt het bedrag van de uit kering, eventueel na toepassing van artikel 5 of artikel 6, op overeen komstige wijze verhoogd met een compensatie voor de premie die ingevolge de Algemene ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet van hem wordt geheven, als zou zijn geschied, indien de belanghebbende in dienst zou zijn gebleven terwijl artikel N 9 van de Algemene burgerlijke pensioenwet op hem niet van toepassing zou zijn geweest. Artikel 8. 1. Indien en zolang de belanghebbende uitkering ontvangt, heeft hij aan spraak op een toeslag, welke wordt toegekend en berekend op gelijke wijze als is bepaald in de Kindertoeslagregeling overheidspersoneel. Daarbij wordt onder bezoldiging verstaan de laatstelijk genoten bezol diging, bedoeld in artikel 2. 2. Op de voor een kind berekende toeslag, bedoeld in het vorige lid, wordt in mindering gebracht de kinderbijslag, welke, onder welke benaming ook, elders voor dat kind kan worden ontvangen. 3. De belanghebbende, die kinderbijslag, onder welke benaming ook, kan ontvangen, is verplicht daarvan aan burgemeester en wethouders medede ling te doen, zo mogelijk onder opgave van het bedrag van die bijslag. Artikel 9« Indien de belanghebbende wegens ziekte verhinderd is arbeid te verrichten, kan hij door burgemeester en wethouders worden verplicht zich geneeskundig te doen onderzoeken door een door hen aangewezen geneeskundigedan wel zich aan een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de Algemene burgerlijke pensioenwet te onderwerpen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 311