52?
No. 14954
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 oktober
1979 (bijlage no. 448);
BESLUIT:
tot aanvaarding van de schenking van een zitbank, aangeboden door de
Vereniging Doarpsbilang Wurdum/Swichum, aan welke schenking geen voor
waarden zijn verbonden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderi g
van
Voorzitter.
Secretari;
Preadvies met betrekking tot de uitgifte in erfpacht, gecombineerd met de
vestiging van een accessoir opstalrecht, van het perceel met opstallen
Ossekop 11, alhier.
Bijlage no. 449» Leeuwarden, 18 oktober 1979.
Aan de Gemeenteraad.
De Stichting Algemiene Pryske Underrjocht Kommisje (A.F.U.K.), geves
tigd alhier, maakt bij brief van 20 september j.l. bezwaar tegen het feit,
dat wij het perceel met opstallen Ossekop 11 hebben aangeboden aan het ad
vocatenkantoor van de heer jhr. mr. J.C. Stoop c.s., alhier. Wij delen U
hieromtrent het volgende mede.
In verband met de door ons gevolgde gedragslijn bij voorgenomen ver
koop van panden deze eerst aan te bieden aan de huurders, is er eind 1977
met de huurster van het perceel met opstallen Ossekou 11, zijnde
de A.F.U.K., gesproken over de overname door haar van dit onroerend goed.
In augustus 1978 heeft de A.P.U.K. laten weten geen belangstelling voor
verwerving te hebben. Daarbij is van de zijde van de gemeente geenszins
gesteld, dat de gemeente nu van verkoop aan derden zou afzien.
Nadat deze aangelegenheid nadien nog enige malen in de Commissie voor
het Woningbedrijf is behandeld, hebben wij, overeenkomstig het advies van
deze Commissie, het bedoelde onroerend goed bij brief van 13 augustus j.l.
aangeboden aan voornoemd advocatenkantoor (uitgifte in erfpacht en levering
van de opstallen door middel van de vestiging van een accessoir opstal
recht). Wij hebben de A.F.U.K. daarvan schriftelijk in kennis gesteld op
15 augustus j.l.
In de betreffende aanbieding, die na acceptatie aan Uw Raad zal wor
den voorgelegd, is het beding opgenomen, dat "het onroerend goed wordt ge
leverd in het genot van de lopende huurovereenkomst met de A.F.U.K.". Dit
betekent derhalve, dat de in de bedoelde huurovereenkomst voor de verhuur
der neergelegde rechten en verplichtingen onverkort overgaan op een even
tuele nieuwe eigenaar/verhuurder. De huurovereenkomst is aangegaan voor een
periode van 5 jaren, ingaande 1 juli 1976 en eindigende 30 juni 1981; de
huur wordt geacht steeds met 5 jaren te worden verlengd, tenzij één der
partijen de huur tenminste 1 jaar voor het aflopen van de huurperiode
schriftelijk heeft opgezegd. Het is dan ook op zijn minst voorbarig, dat de
A.F.U.K, ingeval van een eventuele verkoop aan derden, bij de gemeente als
vergoeding voor verricht onderhoud een bedrag claimt. Overigens kan de
huurster op grond van de huurovereenkomst bij opzegging van de huur door de
verhuurder geen recht op schadevergoeding, hoe ook genaamd, doen gelden.
Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening, dat wij in deze jegens
de A.F.U.K. niet onjuist hebben gehandeld.
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Woningbedrijf akkoord
gaat met het voortzetten van de onderhandelingen met genoemd advocatenkan
toor, geven wij U in overweging de A.F.U.K. overeenkomstig het vorenstaande
te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
W.J.G. Reumer, Secretaris.