I c 108 Wat zijn de ervaringen tot nu toe met betrekking tot de inschakeling van projektontwikkelaars en insti tutionele beleggers in Cammingha- buren? Tengevolge van bovenstaande ont wikkeling is in dit projekt een vertraging van een jaar ontstaan. De onder a en genoemde bouwers zijn overeenkomstig de planning gestart. Gevreesd wordt dat het projekt onder niet geheel bin nen de gestelde termijn kan wor den gerealiseerd. In deelgebied II zijn grote pro- jekten toegewezen aan: a. het Bouwfonds Nederlandse Ge meenten: 123 woningen waarvan 20 in de premie A, 9J\ in de premie B, en 12 in de vrije sector; b. het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid: 42 in de premie B, en 16 in de vrije sector. Beide projekten hadden moeten zijn gestart in het voorjaar van 1979» Met name in verband met moeilijkheden in de prijsvorming is dit tot op heden niet gebeurd. Het Bouwfonds heeft inmiddels een aanvang met de bouw gemaakt. Het Sociaal Fonds voor de Bouw nijverheid is er nog niet in ge slaagd een uitvoerbaar bouwplan te ontwikkelen. Zeer onlangs heeft deze instelling een verzoek ingediend om enigszins te mogen afwijken van de Randvoorwaarden en Richtlijnen. Wij zullen ons over dit verzoek dat tevens be trekking heeft op de projekten in deelgebied III, nader beraden. Voor deelgebied III luidt de pro jectindeling als volgt: a. woningcorporatie Vereniging voor Volkshuisvesting: 58 woningwetwoningen; b. woningstichting St. Joseph: 100 woningwetwoningen; woningstichting Patrimonium: 59 premiewoningen B; Bouwbedrijf Friesland: 71 premiewoningen. De uitvoering van deze projekten had volgens planning moeten zijn begonnen in augustus van dit jaar. Dit is niet gebeurd. 3-11 65 woningwetwoningen; d. Sociaal Fonds voor de Bouw nijverheid:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 406