m
1
3
- 17
toelichten?
121 Hoe denkt U meer concreet de
financiële ruimte te vinden
om het verschil in aanpak
en kwaliteit te vermijden
tussen vernieuwingsgebieden
binnen het kader van de
I.S.R. en de gebieden welke
daarbuiten vallen?
122. Hebben B. en W. de minister al 122
gevraagd naar de waarheid be
treffende de geruchten, als
zouden de subsidiegelden op
drogen voor wijken die niet
binnen de I.S.R. vallen?
toetsing nog moet plaatsvinden.
De ingediende plannen voor Schil-
Oost en Oldegalileën verschillen
overigens niet van de tot op
heden gemaakte plannen voor stads
vernieuwingsgebieden en deze vol
doen naar ons oordeel aan de be
doelde criteria. Ook het inmid
dels uitgebrachte advies van de
provinciale commissie voor
stads- en dorpsvernieuwing over
de I.S.R.-plannen geeft geen
aanleiding te veronderstellen
dat de plannen niet aan die cri
teria beantwoorden. Mocht des
ondanks de ministeriële beslis
sing anders luiden op dit punt
dan zal een keus gemaakt moeten
worden uit de volgende mogelijk
heden. Of de gemeente gaat op
dezelfde manier wijziging aan
brengen als in de niet onder de
I.S.R. vallende plannen, èf de
I.S.R.-plannen worden met behulp
van de voor de stadsvernieuwing
gereserveerde middelen aangevuld
met de door de minister niet ge
accepteerde onderdelen. De door
de gemeente voor stadsvernieuwing
uit te trekken bedragen zijn van
zelfsprekend niet ongelimiteerd.
Dat zal het gemeentebestuur nood
zaken op een bepaald moment
keuzen te maken.
Voorshands gaan wij ervan uit dat
de minister zich zal conformeren
aan de voorgestelde aanpak en kwa
liteit
Overigens moeten wij constateren
dat ook de plannen die niet onder
vigeur van de I.S.R. worden uit
gevoerd, doch met behulp van de
gebruikelijke subsidies, getoetst
worden door het ministerie, zij
het dat de toetsing in die geval
len minder ver gaat, omdat de
subsidiebedragen genormeerd zijn
en geen betrekking hebben op het
totale saldo.
Volgens de hierbedoelde geruchten
zou met name de 80%-regeling op
drogen.
Tijdens het bestuurlijk overleg
over stadsvemieuwingsproblema-
tiek gehouden op 21 augustus 1979
heeft de minister desgevraagd
meegedeeld,dat de 80%-regeling
voor I.S.R. en niet-I.S.R.- ge
meenten gelijk moet worden toege
past en dat deze volledig naast
