4-11
78, Acht het college het ook moge
lijk de leegstand van lokalen
bij het kleuteronderwijs aan te
wenden voor crèches, peuter
speelzalen of dépendances voor
het kinderdagverblijf
79. Welke mogelijkheden blijven over
voor de bouw van een gymnastiek
lokaal te Wijtgaard, dit in ver
band met de circulaire van Bi.Za.
van 28.12.1978
80. Heeft het College thans meer in
zicht in de interpretatie en de
gevolgen van de circulaire van
Bi.Za. van 22.12.1978 met betrek
king tot de scholenbouw (gymnas
tieklokalen) in de randwijken van
de gemeente
"Voor de toename (geraamd op resp.
6, 24, 31 en 37 lokalen) hebben
wij voorshands een huuropbrengst
geraamd (zie blz. II-4-f bij de
vlg.nrs. 308 en 310 van het be
leidsplan)
Bij het openbaar en bijzonder
kleuteronderwijs worden naar ra
ming 147»5 lokaaleenheden voor
rijksvergoeding in aanmerking ge
nomen. (zie blz. 18 en 19 van de
bijlagen bij de begroting). De
werkelijke capaciteit bedraagt
186 lokaaleenheden. Er bestaat
dus een overcapaciteit van 38,5
lokaaleenheden. Deze overcapaci
teit zal in de loop der jaren toe
nemen i.v.m. de daling van het
aantal kleuters. Delen van kleu
terscholen blijken tot dusver
moeilijk alternatief aanwendbaar
te zijn.
De praktijk is dat de overcapaci
teit wordt benut door de in het
gebouw gevestigde kleuterschool.
In het kader van de deelnota Inte
gratie Kleuteronderwijs/Lager On
derwijs wordt bekeken welke gebou
wen nodig zullen zijn voor de
huisvesting van de basisscholen en
voor welke gebouwen een andere be
stemming moet worden gevonden.
Bij de overige vormen van onder
wijs is geen noemenswaardige leeg
stand te constateren.
178. In beginsel stemmen wij in met
een dergelijk gebruik, indien dit
onderwijskundig dan wel financieel
geen overwegende bezwaren oplevert.
179» In samenwerking met het betrokken
schoolbestuur, de Stichting Katho
liek Onderwijs Leeuwarden worden
thans pogingen ondernomen in Wijt
gaard een gymnastieklokaal, annex
dorpshuis te realiseren en is in
middels een verklaring van goed
keuring terzake gevraagd.
180. De in de vraagstelling genoemde
circulaire is op 7 juni 1979 ge
volgd door een aanvullende circu
laire waarin het volgende staat
vermeld:
"Ten aanzien van gymnastieklokalen
zal in het algemeen geen toestem
ming worden verleend voor vervan
gende bouw.