9-2
258. Welke zijn de knelpunten om
naast nutsbedrijven ook anders-
soortige gemeentelijke bedrij
ven te gaan exploiteren, ten
einde een verruiming van de
werkgelegenheid te kreëren of
om ongewenste ontwikkelingen in
gunstige richting om te buigen
(bv. R.O.)?
Economische Ontwikkeling.
25c'. In welke mate en op welke wij
ze worden door het College in
spanningen aan de dag gelegd
ten departemente van Financiën
en Economische Zaken, de Bij
zondere Regionale Toeslag (WIR)
onverkort van toepassing te
doen zijn op investeringen door
het bedrijfsleven, voorzover
gelegen binnen de gemeentegren
zen.
258. Ingevolge art. 228 van de Ge
meentewet behoeft een besluit
tot het oprichten van of deelne
ming in rechtspersonen de goed
keuring van Gedeputeerde Staten,
die een dergelijk besluit dienen
te toetsen aan een drietal toet
singsgronden, t.w. is er sprake
van een bijdrage aan het algemeen
belang; is het besluit niet strij
dig met de wet en is het niet
strijdig met het financieel be
lang van de gemeente. Het is niet
ondenkbaar dat er bij deze toet
sing formele knelpunten zullen
opdoemen als de gemeente zou be
sluiten initiatieven te ontwikke
len in de richting zoals in de
vraag wordt bedoeld. Ook een be
sluit tot het oprichten van een
tak van dienst als bedoeld in ar
tikel 252 van de Gemeentewet is
onderworpen aan de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten. Wat be
treft de mogelijkheid om met be
hulp van bepaalde aktiviteiten
gemeentelijke doelstellingen te
realiseren, zijn wij van mening
dat de instrumenten, zoals die de
gemeente op het gebied van werk
gelegenheid en Ruimtelijke Orde
ning indirect ter beschikking
staan, effectiever zijn en beter
passen binnen de gemeentelijke
taak dan de aktiviteiten zoals
die in de vraag worden geschetst.
259. De begin dit jaar door de Raad
aanvaarde motie inzake de Bijzon
dere Regionale Toeslag (B.R.T.
in het kader van de Wet Investe
ringsrekening (W.I.R.) is onder
de aandacht van alle verantwoor
delijke bewindslieden en leden
van de Tweede Kamer der Staten
Generaal gebracht. In dit kader
hebben wij de toepassing van de
B.R.T. op Leeuwarden met klem be
pleit. Dit heeft evenwel tot op
heden niet tot het gewenste resul
taat geleid. Recentelijk hebben
wij dit probleem zowel schrifte
lijk als tijdens de hoorzitting
te Assen nog onder de aandacht
gebracht van de Bijzondere Kamer
commissie voor het Integraal
Structuurplan Noorden des Lands.