318. 320. 13 - 1 ar.. 13. Beleidssector Sport. Recreatie en i Toerisme, Algemeen. 31 Uw college geeft in het "beleids plan aan, dat in 1980 en volgen de jaren de activiteiten in het kader van de sportieve recreatie zich ongetwijfeld zullen uit breiden. Gelet op de jaarlijkse storting in het fonds sportieve recreatie van 30.000,is de verwachting gewettigd, dat er in de toekomst onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Is Uw college bereid bij de op stelling van het beleidsplan 1981 1985 de jaarlijkse storting in het fonds sportieve recreatie te verhogen? P 31?. Zijn de subsidievoorwaarden voor sportverenigingen wel altijd re chtvaardig? Te denken valt b.v. aan de verge lijking van subsidieverstrekking aan een voetbalvereniging, waar bij het actief lid een hoge con tributie betaalt en zelf verder geen kosten heeft en de subsidie aan een kaatsvereniging waarbij een lage contributie wordt be taald maar de eigen kosten voor het actieve lid aanzienlijk kun nen zijn? F 320. Is het college bereid en bevoegd de atletiek als moeder der spor ten, op school te bevorderen? Een verhoging van de storting in het fonds sportieve recreatie zal bij de opstelling van het beleidsplan 1981-1985 nader worden bekeken. 319. In de amateursportsubsidierege ling wordt de eis gesteld, dat om voor subsidie in aanmerking te komen een seniorenlid mini maal 48,en een jeugdlid minimaal 24,per jaar dient te betalen. Indien verenigingen te weinig contributie vragen, en wèl voor subsidie in aanmerking willen komen, dan dient naar onze me ning de contributie verhoogd te worden tot het vereiste minimum. De betreffende ver eniging wordt in staat gesteld uit de verhoogde contributie opbrengst en het gemeentelijk subsidie een deel van de thans door actieve leden zelf te be talen kosten voor haar rekening te nemen. Overigens merken wij op, dat het vaststellen van de jaarlijkse contributie een zaak van de ver enigingen zelf is en blijft. Met name in het leerplan van het voortgezet onderwijs zijn diverse onderdelen van de atletiek opge nomen. Jaarlijks vinden ter sti mulering van het beoefenen van deze sport zgn. atletiekproeven plaats. Overigens wordt de in houd van de lessen lichamelijke opvoeding voornamelijk bepaald door de betreffende vakleer krachten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 477