J I J' i3 4« Acht het gemeentebestuur het nog wel verantwoord om in deze tijd van bezuinigingen te streven naar een sluitende begroting? 3'-5. Waarom is m.b.t. de huisvuil rechten niet vastgehouden aan de in het vorige beleidsplan vastge stelde lijn? Onder het hoofd "Het meerjaren perspectief voor de jaren 1980 tot en met 1984" wordt in de cir culaire gesteld dat het meerja renperspectief o.a. is gebaseerd op het uitgangspunt dat het vo lumeaccres 2,35 zal bedragen over de gehele periode. De bedoelde uitlating van de staatssecretaris zo kort na de aanbieding van de miljoenennota heeft dan ook bevreemding gewekt. Wij merken overigens op dat het een kwestie van rijksbeleid is in welke mate de gemeenten via het gemeentefonds in de komende jaren middelen zullen ontvangen. 364. Onder verwijzing naar het Colle geprogramma beantwoorden wij deze vraag bevestigend. Anders dan de Rijksoverheid dient een gemeente zich bij het _opstellen van een be groting te baseren op de middelen die in de vorm van uitkeringen uit 's Rijks kas of het gemeente fonds of uit "eigen" inkomsten b.v. via belastingheffing binnen komen. Het werken met niet-slui- tende begrotingen achten wij - nog afgezien van de moeilijkheden die t.a.v. de goedkeuring van de begroting zullen rijzen - prin cipieel onjuist. 365. Vasthouden aan de in het vorige beleidsplan aangehouden lijn - dat wil zeggen nastreven van een bepaald dekkingspercentage van de kosten - zou hebben betekend dat de huisvuilrechten in de komende jaren na realisering van de nieuw- bouwplannen van de reinigings-» - dienst aanmerkelijk zouden moeten worden opgetrokken. Na ampele overweging hebben wij gemeend dat dit geen aanbeveling verdient, met name niet omdat de onderhavi ge investering slechts een zeer beperkte invloed zal hebben op het dienstbetoon aan de burgerij. Wij stellen daarom voor de huisvuil rechten voortaan jaarlijks te ver hogen met een correctie op basis van de loon- en prijsstijging. HPL 15-2

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 490