Nr. 16.216. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 november 1979 (bijlage nr. 486); BESLUIT de Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd te Leeuwarden ten be hoeve van het Project "Alleenstaande Ouders met Kinderen" voor 1979 een éénmalig subsidie toe te kennen van maximaal 3*000» Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Toneelvoorziening in de drie noordelijke provincies in de plaats van het Toneelgezelschap Noorder Compagnie. Bijlage no. 487 Leeuwarden, 8 november 1979* Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van 19 december 1977 bent U accoord gegaan met een herzie ne subsidieregeling voor het Toneelgezelschap de Noorder Compagnie. Op grond van deze regeling heeft de Noorder Compagnie in feite te maken met vier hoofdsubsidiënten, respectievelijk het Rijk en de drie noordelijke pro vincies. Op basis van de verdeling van het subsidie ten behoeve van de Noorder Compagnie tussen de provincie Friesland en de Friese gemeenten met meer dan 20.000 inwoners alsmede de centrumgemeenten Bolsward, Dokkum, Franeker en Harlingen, is voor 1979 in ie begroting van de gemeente Leeuwar den rekening gehouden met een subsidie van 47.970,voor het theater seizoen 1978 - 1979* In de loop van het seizoen 1978 - 1979 ontstond er tussen het bestuur en spelers van de Noorder Compagnie verschil van inzicht omtrent de direc tievoering en de uitvoering van het beleidsplan voor de Noorder Compagnie voor 1979 - 1983» hetgeen resulteerde in het niet verlengen van het con tract met de artistiek leider van het gezelschap. Ondanks bemiddelingspo gingen van de hoofdsubsidiënten en een arbitragecommissie namen de moei lijkheden niet af. In verband met verregaande onzekerheden" omtrent het voortbestaan van de Noorder Compagnie besloot het bestuur op 22 februari 1979 4e spelers ontslag aan te zeggen. Hierna ging het beraad over de toe komstige ontwikkelingen bij de Noorder Compagnie onverminderd voort, zon der tot positieve resultaten voor het gezelschap te geraken. Door verhar ding van de wederzijdse standpunten van bestuur en spelers kwam het over leg in een impasse. Bij brief van 4 mei 1979 stelde de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk als één van de drie alternatieven voor, dat de am bitie van een vast gezelschap voorlopig moet worden losgelaten, doch dat de mogelijkheid wordt gecreëerd van incidentele producties, waarbij voor het indienen van plannen in eerste instantie wordt gedacht aan het reste rende spelers-potentieel van het huidige gezelschap. In een overleg van Friese subsidiënten van de Noorder Compagnie op 28 juni 1979 werd onder meer dit standpunt ter discussie gesteld, waarbij mede in acht werd genomen het op 25 juni 1979 door de minister voornoemd, genomen besluit om definitief af te zien van een subsidie van rijkswege aan de Noorder Compagnie. Op instigatie van de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappe lijk Werk werd door de gezamenlijke hoofd-subsidiënten besloten medewerking te verlenen aan het instellen van een werkgroep Noordelijke Toneelvoorzie ningen, die op zeer korte termijn een voorstel zou moeten doen voor het verzorgen van toneelproducties in het komende seizoen en die zich tevens zou moeten buigen over een oplossing op langere termijn. Inmiddels besloot U op 31 juli 1979 naar aanleiding van een brief van de kunstenaarsorganisatie van het N.V.V. inzake het verlenen van medewer king aan een A.R.O.B.-procedure tegen de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk met betrekking tot stopzetting van het subsidie aan de Noorder Compagnie, onder meer de voor de Noorder Compagnie gereser veerde subsidiebedragen vooralsnog te blijven reserveren. Op 31 augustus 1979 deed de werkgroep Noordelijke Toneelvoorzieningen haar voorstel dat kort samengevat op het volgende neerkomt: a. het is noodzakelijk een organisatorisch en financieel kader te scheppen waarin op korte termijn toneelproducties in het noorden kunnen worden uitgebracht op ad hoe basis;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 521