Ontwikkelingen met betrekking tot de bebouwing in de Landbuurt.
Bijlage nr. 45. Leeuwarden, 17 januari 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Bij onze raadsbrief van 15 juni 1978 (bijlage nr. 249) hebben wij IJ
geinformeerd omtrent de bouwplannen van de Vereniging voor Volkshuisves
ting in de Landbuurt.
In Uw vergadering van 26 juni 1978 besloot U in te stemmen met het
voor dit gebied opgestelde stedebouwkundige programma, inclusief de eis
van 25 extra parkeerplaatsen ten behoeve van het omliggende gedeelte van
de Vogelwijk. Voorts hebt U besloten genoemde vereniging de door haar ten
behoeve van het zo genaamde Eokus-projekt gemaakte plankosten van plm.
47.000,te vergoeden, teneinde deze kosten niet te laten drukken op
het nieuwe woningbouwplan.
Ten aanzien van de ontwikkeling van het onderhavige bouwplan kunnen
wij U thans het volgende mededelen.
In mei 1979 heeft de Vereniging voor Volkshuisvesting verzocht het
plan zodanig te mogen ontwikkelen, dat 60 parkeerplaatsen ondergronds zou
den worden gerealiseerd. Wij hebben verklaard daar in beginsel geen be
zwaar tegen te hebben, mits de financiële consequenties van deze planopzet
niet ten laste van de gemeente zouden worden gebracht. Wij merken hierbij
op, dat de gemeente reeds 100.000,van de grondkosten voor haar reke
ning heeft genomen, alsmede de hiervoor genoemde plankosten ten bedrage
van 47.000,
Op 5 november j.l. is het bouwplan in de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening besproken en positief beoordeeld. Het plan voldeed in grote lij
nen aan het stedebouwkundige programma. Er werd echter door de architekt
medegedeeld, dat het in de gesubsidieerde sector financieel wellicht niet
haalbaar zou zijn.
Be Commissie was van mening, dat toch getracht moest worden het plan
in de sociale sfeer te realiseren. Mocht aangetoond worden, dat dit deson
danks niet haalbaar is, dan kon zij akkoord gaan met een verschuiving van
het bouwplan naar de vrije sector woningen, echter met dien verstande, dat
in elk geval 20 bejaardenwoningen moesten worden gerealiseerd. Be te bou
wen gezinswoningen mochten echter niet boven het niveau van "aangeklede"
woningwetwoningen uitgaan.
Baar wij ons konden vinden in deze mening hebben wij bij brief van 13
december 1979 he Vereniging voor Volkshuisvesting bericht, dat indien rea
lisering van woningbouw in de gesubsidieerde sector niet mogelijk zou zijn,
wij bereid waren de Gemeenteraad voor te stellen in te stemmen met een ver
schuiving naar de bovenbedoelde vrije sectorbouw met 20 bejaardenwoningen.
Als reactie hierop deelt de Vereniging voor Volkshuisvesting bij brief
van 28 december j.l. mede, gezien de kosten en de benodigde tijd, niet be
reid te zijn een onderzoek te laten instellen naar de financiële haalbaar
heid van een woningprogramma zoals de gemeente dat voorstaat. Zij verwacht
namelijk dat het onderzoek toch negatief zal uitvallen. Evenmin is zij be
reid woningbouw in de vrije sector te realiseren» Genoemde vereniging zou
daarentegen liever een onderzoek willen instellen naar de realiseringsmo
gelijkheden van een bouwprogramma, bestaande uit meer dan 20 bejaardenwo
ningen in combinatie met woningen ten behoeve van één- en tweepersoons
huishoudingen. Be kosten van een dergelijk onderzoek zouden voor rekening
moeten komen van de stuurgroep Huisvesting alleenstaanden en tweepersoons
huishoudens
Mocht de gemeente niet bereid zijn deze kosten voor haar rekening te
nemen, dan meent de Vereniging voor Volkshuisvesting te moeten afzien van
het woningbouwprojekt in de Landbuurt.