No. 816
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het op 13 november 1979 ingekomen verzoek van het bestuur
van de Stichting Katholiek Onderwijs Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden,
om medewerking voor het stichten van een kleuterschool met twee werklo
kalen, een speellokaal en de noodzakelijke nevenruimten in de nieuwe wijk
C amminghabur en
overwegende, dat ingevolge artikel 51 hd 1 van de Kleuteronderwijs
wet bij de aanvraag om schoolstichting ondermeer een verklaring moet wor
den overgelegd, waaruit blijkt, dat de te stichten school bij de opening
zal worden bezocht door tenminste 60 kleuters, die de leeftijd van vier
jaar doch nog niet de leeftijd van zes jaar zullen hebben bereikt, ter
wijl hun woningen zijn gelegen binnen een cirkel met een straal van drie
kilometer, waarvan het middelpunt de plaats is van de te stichten school;
dat bij Koninklijk Besluit van 7 mei 1979» n^. 8, krachtens artikel
51, lid 2 der wet, het voor de schoolstichting wettelijk vereiste minimum
aantal kleuters op verzoek van genoemd schoolbestuur op 30 is gesteld;
dat bij het ingediende verzoek om medewerking niet zijn overgelegd
de gebruikelijke van de handtekeningen van de ouders voorziene lijsten
met de namen van kinderen, die de op te richten school zullen bezoeken;
dat blijkens de ter zake bestaande jurisprudentie een zodanige ver
klaring niet in alle gevallen een van handtekeningen van ouders voorzien
stuk behoeft te zijn en dat in bepaalde gevallen met een verklaring van
het schoolbestuur genoegen kan worden genomen;
dat er in de onderhavige situatie alle aanleiding is zulks te doen;
dat immers op grond van de huidige prognose omtrent het voor het
kleuteronderwijs te verwachten aantal kleuters in Camminghaburen en op
grond van de thans bestaande verhouding tussen de aantallen kleuters van
de scholen van de verschillende richtingen, mag worden aangenomen, dat
voor de school waarvoor de medewerking wordt gevraagd, voldoende kleuters
aanwezig zullen zijn;
dat de aanvraag ook overigens voldoet aan de in artikel 50 e.v. van
de Kleuteronderwijswet omschreven vereisten;
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 januari
1980 (bijlagenr. 48);
BESLUIT:
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Organisatie-onderzoek administratie op de gemeentelijke scholen voor
voortgezet onderwijs.
Bijlage no. 49. Leeuwarden, 7 februari 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Regelmatig bereiken ons verzoeken van de directies van gemeente
lijke scholen voor voortgezet onderwijs om verhoging van het beschik
baar gestelde aantal administratie-uren.
Ook voor de begroting voor 1981 is een aantal van dergelijke ver
zoeken ingediend.
In 1977 is vanuit de secretarie terzake een globaal onderzoekje
verricht teneinde de ingediende aanvragen goed te kunnen beoordelen.
De conclusie was, dat voor het uitbrengen van een deugdelijk advies
een diepgaander onderzoek noodzakelijk was. Daarna is in voorkomende
gevallen incidenteel wel dit probleem bekeken, een grondig onderzoek
is echter tot dusver achterwege gebleven.
Nu opnieuw een aantal verzoeken ter tafel liggen lijkt het ons
wenselijk dat thans, teneinde een goed inzicht te krijgen in de behoef
te aan administratieve hulp zowel in kwalitatief als in kwantitatief
opzicht, een onderzoek door deskundigen wordt ingesteld.
Wij hebben daartoe contact opgenomen met het organisatie-advies-
bureau Twijnstra Gudde N.V. te Deventer. Dit bureau is bereid het ge
wenste onderzoek te verrichten tegen een honorarium van 50.000,
zoals blijkt uit de bij de stukken ter inzage gelegde offerte.
Dit bedrag kan worden gedekt ten laste van de post voor onvoor
ziene uitgaven.
Onder mededeling, dat de Commissie voor het onderwijs zich hier
mede kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het
bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.