18.741 L
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 december
1979 (bijlage nr. 1fl
BESLUIT
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening
regelende het toekennen van een tegemoetkoming
in bovenmatige ziektekosten aan enkele groepen
van I.Z.A.-deelnemers
Artikel I
Artikel 2 wordt gelezen als volgt:
1Aan de belanghebbende worden vergoed de in enig, een periode van
twaalf opeenvolgende maanden omvattend, tijdvak te zijnen laste blij
vende, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders redelijk ge
maakte kosten voor verrichtingen en leveringen vallende onder de voor
ziening van de I.Z.A.-regeling, voor zover deze kosten een bedrag
gelijk aan 1% van het inkomen overschrijden, met dien verstande, dat
voor de toepassing van het in dit lid bepaalde de bijdrage van de
belanghebbende in de kosten van de voorziening van de I.Z.A.-regeling
buiten beschouwing blijft.
2. Onder het inkomen in de zin van dit artikel wordt verstaan de inkoms
ten uit arbeid of bedrijf, waaronder mede te verstaan vroegere arbeid
of bedrijf, van belanghebbende en die leden van zijn gezin, die als
gezinslid deelnemer zijn in de I.Z.A.-regeling en niet uit hoofde van
enige wettelijke regeling aanspraak kunnen maken op gehele of gedeel
telijke vergoeding van de kosten daarvan.
Onder de inkomsten worden niet gerekend:
a. het werkgeversaandeel in sociale en pensioenverzekeringen;
b. het bedrag, dat in die inkomsten is begrepen ter compensatie van
de premie die ter zake van die inkomsten wordt geheven ingevolge
de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet;
c. inkomsten, die strekken tot vergoeding van onkosten, die aan de
dienstverhouding zijn verbonden, vergoedingen voor verblijf bui
ten Nederland daaronder begrepen;
d. vakantie- en presentiegelden;
e. kindertoelage of -bijslag;
f. gratificaties;
g. vergoedingen voor studiekosten;
h. uitkeringen bij bijzondere gelegenheden of bijzondere omstandig
heden;
i. tantièmes.";
3. Geen aanspraak op de in het eerste lid bedoelde vergoeding bestaat,
indien en voor zover een belanghebbende niet kan overleggen de be
scheiden en/of betalingsbewijzen, waaruit de in genoemd lid bedoelde
kosten blijken.