Yoor de toepassing van het vorige lid worden mede als inkomsten a. de inkomsten uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen door be langhebbende binnen één jaar, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van aftreden; b. de inkomsten die worden genoten uit een betrekking waarin hij gedurende zijn zittingstijd als wethouder op non-activiteit Indien belanghebbende 'op of na de dag, bedoeld in lid 1inkom sten of hogere inkomsten - anders dan tengevolge van algemene loonsverhogingen - gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen tenminste één jaar voor de dag van aftreden, is ten aanzien van die inkomsten of hogere inkomsten het bepaalde in het eerste lid van toepassing. Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden, worden niet ver staan de compensatie voor of de vergoeding van de premie ingevol ge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene- Weduwen- en Wezenwet, welke in die inkomsten is of geacht kan worden te zijn begrepen. Brengt de aard van de werkzaamheden of de inkomsten mee dat de inkomsten over een langere termijn dan een maand moeten worden be rekend, dan wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag, onder voorbehoud van verrekening aan het einde van evenbedoelde termijn. Yoor de toepassing van dit artikel ten aanzien van de voortgezette uitkeringen, als bedoeld in artikel 2a, leden 2 en A, kunnen bur gemeester en wethouders andere inkomsten aanmerken als te zijn ge noten uit of in verband met arbeid of bedrijf. Belanghebbende is verplicht van het ter hand nemen of weer ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf, dan wel van het gaan ge nieten van inkomsten of hogere inkomsten als bedoeld in lid 3> terstond mededeling te doen aan burgemeester en wethouders onder opgave, voor zover mogelijk, van de verwachte inkomsten, een en ander overeenkomstig de voorschriften, hem door burgemeester en wethouders gegeven. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig voor het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt de aard van de werkzaamheden of van de inkomsten mee dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, dan geschiedt de opgave overeenkomstig. Burgemeester en wethouders kunnen bij de vaststelling van het be drag van de vermindering afwijken van de opgave van belanghebben de. Een dergelijk besluit wordt met redenen omkleed aan de be langhebbende ter kennis gebracht. Belanghebbende wordt door het aanvaarden van de uitkering geacht erin toe te stemmen, dat allen die daarvoor naar het oordeel van burgemeester envethouaers in aanmerking komen omtrent zijn omstan digheden alle inlichtingen te geven, welke voor de uitvoering van deze afdeling nodig zijn. - 2 - 3. De voortzetting van de uitkering, bedoeld in het vorige lid, wordt gestaakt indien en zolang belanghebbende niet voldoet aan een uitnodiging van burgemeester en wethouders zich te on derwerpen aan een onderzoek door een of meer door hen aange wezen geneeskundigen ter beantwoording van de vraag, of en in hoeverre nog sprake is van algemene invaliditeit. 4". In bijzondere gevallen kan de raad beslissen dat de uitkering zal worden voortgezet voor een met inachtneming van artikel 6, onder b, vast te stellen termijn, welke op dezelfde wijze kan werden verlengd. C. Artikel 3 wordt gelezen: 1. De uitkering, bedoeld in artikel 2, bedraagt gedurende het eer ste jaar 80 percent, gedurende het tweede jaar 70 percent en vervolgend 60 percent van de laatstelijk als wethouder genoten wedde, vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering. 2. De uitkering, bedoeld in artikel 2a, lid 1bedraagt 60 percent van de laatstelijk als wethouder genoten wedde, vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering. 3. De uitkering, bedoeld in artikel 2a, lid 2, bedraagt 60 percent van de laatstelijk als wethouder genoten wedde, vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering, bij een algemene in validiteit van 55 percent of meer en 40 percent van deze grond slag bij een algemene invaliditeit van 25 tot 55 percent. 4. Burgemeester en wethouders wijzigen ambtshalve of op verzoek van belanghebbende het bedrag van de uitkering bij wijziging van de invaliditeitsgraad. Wijziging van de invaliditeitsgraad wordt vastgesteld op grond van een onderzoek als bedoeld in artikel 2a, lid 3- Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een nieuw onderzoek te doen instellen. 5. Een wijziging als bedoeld in het vorige lid gaat in: a. indien daartoe een verzoek is ingediend, met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin het verzoek is ingekomen; b. indien de wijziging ambtshalve plaatsvindt, met ingang van de eerste van de maand volgende op die waarin de beslissing tot wijziging is genomen. 6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "laatstelijk ge noten" verstaan: waarop aanspraak bestond of bij uitoefening van het ambt zou heb ben bestaan op de dag, voorafgaande aan die waarop belanghebbende heeft opgehouden wethouder te zijn. 7. Indien bij algemene maatregel van bestuur in de bezoldiging van het rijkspersoneel een wijziging wordt aangebracht, wordt de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde laatstelijk genoten wedde, vermeer derd met het percentage van de vakantie-uitkering, voor de toe passing van die leden met ingang van het tijdstip van ingang van de bezoldigingswijziging overeenkomstig die wijziging aange past. E. Artikel 4 wordt gelezen: 1De inkomsten die belanghebbende geniet uit of in verband met ar beid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de dag waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn, worden met de uit kering verrekend over de maand waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. Onder inkomsten, bedoeld in de vorige volzin, wordt mede ver staan een arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Deze verrekening geschiedt aldus, dat de uitkering wordt verminderd met het bedrag waarmee de uitkering, vermeerderd met die inkomsten, de - in de zin van artikel 3 - laatstelijk genoten wedde, vermeerderd met het per centage van de vakantie-uitkering, overschrijdt. aangemerkt was gesteld; c. de vaste vergoeding en de vergoeding in de vorm van presentie geld, die worden genoten als raadslid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 115