volumineuze goederen; c. voor bouwwerken ten dienste van andere detailhandelsactiviteiten kun- 1een distributie-planologisch onderzoek aantoont dat het verlenen 2. Gedeputeerde Staten vooraf hebben verklaard geen bezwaar te hebben Uit vorenstaande bestemmingsomschrijving blijkt duidelijk dat de aanwe zigheid van de groothandelsbedrijven van Vermeulen (bouwmaterialen) en Leeuwarder Houthandel in overeenstemming is met de geldende bestemmings voorschriften. Dit geldt ook voor het Bouwhuis-Noord, een permanente expositieruimte van bouwmaterialen waar niet wordt verkocht, maar waar de bezoekers worden geïnformeerd welke bedrijven de tentoongestelde waren kunnen leveren. Vermeulen voert onder punt 6 aan, dat het een aperte onjuistheid is, dat in de toelichting op het bestemmingsplan staat dat het gebied dat ten tijde van de ter visie legging van het plan onder de werking van de Bouwverordening viel, waaronder dat van Vermeulen, in gebruik is als in dustriegebied. Wij kunnen dit niet onderschrijven. Het woord "Industrie gebied" is hier duidelijk bedoeld in de zin van de bestemmingsomschrij- ving van industriegebied, zoals deze hierboven is weergegeven. Het fei telijk gebruik van deze gronden was in overeenstemming met de omschrij ving. Er was dus voor (leden van) ons college geen reden nog eens expli ciet op de ter visie legging van het nieuwe bestemmingsplan te wijzen. De terreinen van adressante waren inderdaad niet begrepen in het vroegere bestemmingsplan "Industriegebied Schenkenschans", welk plan als uitbreidingsplan in onderdelen werd vastgesteld bij raadsbesluit van 13 maart 1962, nr. 3184- bit plan, dat tot stand kwam onder de vigeur van de Woningwet 1901, werd vastgesteld om als basis te dienen voor de ont wikkeling tot industrieterrein van de gronden die door de gemeente met dat oogmerk waren aangekocht. De gronden die eigendom bleven van reeds op Schenkenschans geves tigde bedrijven, zoals dat van adressante, behoefden om die reden niet in een uitbreidingsplan te worden opgenomen. Met name ook door het in werking treden (op 1 augustus 1965van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning is landelijk het beleid er op gericht alle gronden, dus niet alleen de nog te bebouwen grond, in bestemmingsplannen op te nemen. In verband hiermede zijn de terreinen van adressante wel in het nieuwe (thans gel dende) bestemmingsplan opgenomen. Wij menen met het bovenstaande duidelijk te hebben gemaakt dat de stelling van Vermeulen onder punt 4 van zijn adres dat bij de vaststel ling van het plan Schenkenschans een onjuiste tekening is gebruikt welke geen recht zou scheppen met betrekking tot zijn terrein, niet kan worden onderschreven. II. Heeft de gemeente vormverzuim genleegd, bij de totstandkomingsproce dure van het bestemmingsplan? Ingevolge artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dient de Burgemeester de ter visie legging van een ontwerp-bestemmingsplan tevoren bekend te maken in de Staatscourant, in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente verspreid worden, en in de gemeentelijke publikatie- kast b. de gemeente koopt van Vermeulen de terreinen, welke niet nodig zijn in het kader van de bedrijfsvoering van Vermeulen, inclusief Bouwhuis- Noord en de Gamma-bouwmarkt. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van 7 november 1977 van Vermeulen hebt U besloten de behandeling van het adres van 15 april 1977 op te schorten totdat het overleg inzake het comprmis-voorstel van Vermeulen met ons college zou zijn afgerond. Ons college heeft gemeend niet op het voorstel van Vermeulen te kunnen ingaan. Naar onze mening was er geen sprake van planschade van Vermeulen, terwijl wij voorts geen aanleiding zagen de thans niet in de bedrijfsvoering van Vermeulen be trokken terreinen aan te kopen. Wij hebben daarbij wel de toezegging ge daan ons positief-kritisch ten opzichte van de ontwikkeling van deze ter reinen te zullen opstellen, zulks uiteraard binnen onze bevoegdheden van het bestemmingsplan. Deze beslissing is bij brief van 7 maart 1979 aan Vermeulen medegedeeld. Vermeulen heeft U daarop bij brief van 15 maart 1979 verzocht het adres van 15 april 1977 weer in behandeling te nemen. In Uw vergadering van 2 april 1979 hebt U die brief in onze handen gesteld om préadvies. In zijn vergadering van 2 mei 1979 heeft de Commissie voor de Ruim telijke Ordening Vermeulen gehoord. In dezelfde vergadering heeft de commissie ons college geadviseerd de Gemeenteraad voor te stellen het verzoek van Vermeulen om het bestemmingsplan "Industriegebied Schenken schans" te wijzigen in die zin, dat op de desbetreffende terreinen (mede) detailhandel mag worden uitgeoefend, niet in te willigen. De commissie heeft zich bij het innemen van dit standpunt (mede) gebaseerd op de argumenten, opgenomen in onze aan de commissie uitgebrachte notitie van 13 juni 1977. In haar brief van 10 januari 1980 vraagt Vermeulen naar de stand van zaken met betrekking tot het adres van 15 april 1977. Wij hebben Vermeulen inmiddels een exemplaar van dit préadvies toegezonden. Behandeling van het adres. Naar onze mening behoeven de volgende punten een nadere uiteenzetting: I. Wat is de juridische positie van de terreinen van Vermeulen op dit moment en hoe was deze vroeger. II. Heeft de gemeente vormverzuim gepleegd bij de totstandkomingsproce dure van het bestemmingsplan? III. De gang van zaken met betrekking tot de bouwaanvrage van Vermeulen voor een Gamma-bouwmarkt op haar terrein. TU i\/r-L 1 IV. Moet het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan worden inge willigd? 1. Wat is de juridische positie van de terreinen van Vermeulen op dit mo ment en hoe was deze vroeger. De terreinen zijn bij het geldende bestemmingsplan "Industriegebied Schenkenschans"vastgesteld bi j raadsbesluit van 9 december 1974» nr. 15637 d, bestemd voor: Industriële en ambachtelijke productiebedrijven, groothandelsbedrijven en op- en overslagbedrijven, garagebedrijven en kantoren. Artikel 3 van de bebouwingsvoorschriften van het bestemmings plan bepaalt verder - voor zover hier relevant - dat op gronden met deze bestemming: a. geen bouwwerken ten behoeve van de vestiging van detailhandel mogen worden gebouwd; - 3 - b. Burgemeester en Wethouders van het onder a bedoelde verbod vrijstel ling kunnen verlenen voor detailhandel welke plaatsvindt in het kader van industriële of ambachtelijke productiebedrijven, postorderbedrij ven, verkooppunten van tweedehands autos,caravans en soortgelijke Burgemeester en Wethouders eveneens vrijstelling verlenen mits: van vrijstelling verantwoord is; tegen het verlenen van vrijstelling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 125