- 4 -
- 5 -
Wij zijn van mening, dat het karakteristieke deel van Snakkerburen geen
(visueel) kontakt heeft met de nieuwbouw en hierdoor derhalve ook niet
kan worden beïnvloed. Overigens kan worden opgemerkt, dat het dorpsbeeld
niet zodanige kwaliteiten bezit, dat aanwijzing tot beschermd dorpsge
zicht gerechtvaardigd zou zijn. De door reclamanten geopperde suggesties
achten wij uit stedebouwkundig oogpunt niet aanvaardbaar, omdat bebou
wing aldaar zich niet naar enig stedebouwkundig gegeven zou voegen. Naar
onze mening kan acceptabeler aansluiting worden gevonden aan de oostzij
de van Oan 'e Dyk. De woonbebouwing is deels geprojecteerd op een voor
malige kwekerij, welke de gemeente indertijd heeft aangekocht met het
oogmerk hieraan een passende bestemming te geven. Tussen de ontworpen
bebouwing en de wijk Lekkumerend blijft na realisering een zodanige open
ruimte vrij, dat niet gesproken kan worden van een aaneensmelting met de
stad. In dit verband wijzen wij erop, dat de afwijzing om bungalowbouw
op het terrein van Mellema te realiseren niet was gebaseerd op het ont
staan van een visuele koppeling van Snakkerburen met de stad, doch stoel
de op de overweging dat woonbebouwing aldaar nabij industrievestigingen
niet wenselijk werd geacht. Bovendien zou het desbetreffende terrein be
ter gereserveerd kunnen blijven ten behoeve van de verplaatsing van be
drijven welke niet in de structuur van de binnenstad zouden passen.
Ten aanzien van het op peil houden van het leerlingenaantal van de
school in Lekkum merken wij op,dat deze gedachte niet ten grondslag ligt
aan de ontworpen woonbebouwing. Zoals gezegd houdt deze bebouwing ver
band met de ontwikkeling dat als gevolg van samenvoeging van woningen
in het kader van de rehabilitatie en de daling van de gemiddelde woning
bezetting het aantal woningen zal verminderen hetgeen afbreuk zou doen
aan de leefbaarheid van het dorp.
Er behoeft niet voor te worden gevreesd, dat op deze plaats een mas
sieve bebouwing zal ontstaan. De planvoorschriften, met name de voorge
schreven lage goothoogte en de variatie in de dakhellingen, bieden ons
inziens voldoende garantie voor een acceptabele bouwwijze. Voorts dient
aan de hand van de welstandsbepalingen er voor zorg te worden gedragen,
dat bij de bouw een zo verantwoord mogelijke aansluiting bij het dorps
beeld zal worden verkregen. De naar voren gebrachte bezwaren zijn naar
onze mening niet van zodanig gewicht dat de woonbestemming dient te ver
vallen teminder nu geen verstoring van het landschap zal optreden en de
ontworpen bebouwing een afgerond geheel betreft en geen aanzet tot ver
dere uitbreiding beoogt. De geprojecteerde ontsluitingsweg is in verband
met deze bestemming van essentieel belang en kan derhalve niet in de
planopzet worden gemist. Wij zien niet in, dat deze bebouwing, zoals
reclamanten vrezen, onvermijdelijk moet leiden tot een sociale desin
tegratie. Overigens merken wij op dat ook thans de bevolkingssamenstel
ling van deze buurtschap sterk aan verandering onderhevig is.
Wat het verdwijnen van de boomwal betreft merken wij op, dat in het
ongunstigste geval plm. 160 meter boomwal zal moeten worden gerooid. Dit
zal evenwel woren gecompenseerd door het aanbrengen van een vervangende
beplanting langs de te graven sloot. De samenstelling van de bestaande
boomsoorten is ons inziens niet van zodanige betekenis dat verwijdering
hiervan onaanvaardbaar zou zijn.
Wij concluderen, dat de aangevoerde bezwaren ongegrond zijn.
D. Bezwaren tegen diverse geprojecteerde paden.
De bezwaren richten zich tegen de volgende planonderdelen:
a. het geprojecteerde pad langs het "koude streekje";
b. het bestemmen van het Leechpaed tot openbare weg met parkeervoorzie
ningen;
c. het pad naar de geprojecteerde autoboxen aan de oostzijde van Oan 'e
Dyk;
d. het pad vanaf Oan 'e Dyk - naast het perceel Oan 'e Dyk 30 - naar de
geprojecteerde parkeerplaatsen nabij de jachthaven.
Hieromtrent merken wij het volgende op.
Reclamanten stellen onder meer, dat in de toelichting is vermeld,
dat het uitgangspunt bij het ontwerpen van dit bestemmingsplan zou zijn
geweest, dat geen privé bezit zou worden aangetast. Wij wijzen U er op,
dat dit geen standpunt is van het gemeentebestuur, doch van de bewoners
zelf. Immers bij het streven naar een goede ruimtelijke ordening kan de
eigendomssituatie niet centraal staan. Een dergelijke benadering zou een
bestaande situatie alleen maar bevriezen hoe ongewenst die uit ruimtelijk
oogpunt ook wordt ervaren. Afgezien hiervan zijn wij evenwel bij herover
weging tot de conclusie gekomen, dat de onder a en d (m.u.v. het meest
oostelijk gedeelte) geprojecteerde paden niet een zo essentiële functie
zullen vervullen, dat deze bezwaarlijk in de planopzet zouden kunnen
worden gemist. Wij achten deze bezwaren derhalve gegrond, echter met
uitzondering van die, welke betrekking hebben op het meest oostelijk
deel van het onder d bedoeld voetpad.
Met betrekking tot het onder b vermelde bezwaar merken wij op, dat
het Leechpaed momenteel slechts bestaat uit een slecht verhard pad. Dit
pad wordt behalve door de eigenaar, te weten de heer Herder, tevens ge
bruikt door een aantal bewoners aan Oan 'e Ie. Dit pad heeft dus een
duidelijke ontsluitingsfunctie. Met het oog op het scheppen van een goede
ruimtelijke ordening achten wij het noodzakelijk, dat de structuur van
deze ontsluitingsweg aanzienlijk wordt verbeterd. Voorts moet het nood
zakelijk worden geacht, dat ten behoeve van de betrokkenen, alsmede voor
bezoekers een adequate parkeervoorziening wordt getroffen.
De heer Herder meent overigens, dat het bestemmen van het Leechpaed
tot openbare weg en het projecteren van de parkeerplaatsen, welke gron
den zijn eigendom zijn, hem in zijn bedrijfsvoering zullen belemmeren.
Hij vreest onder meer, dat hierdoor de toegang tot zijn bedrijf door
autoverkeer zal worden versperd. De bezwaren zouden naar zijn mening on
dervangen kunnen worden indien de gemeente hem financieel tegemoet zou
komen bij de verplaatsing van zijn bedrijf naar de vrijkomende boerde
rij van de heer van Houten op het perceel Miedwei 4 "te Lekkum.
Wij merken hieromtrent op, dat de heer Herder slechts een gering
deel van zijn perceel zal moeten afstaan. Gezien de geprojecteerde par
keervoorziening en het karakter van deze weg valt een blokkering van
zijn toegang niet te verwachten. De huidige boerderij is in dit plan
gelegaliseerd omdat - gelet op de omvang van dit bedrijf - hiertegen
uit stedebouwkundig oogpunt geen bezwaar bestaat. In verband hiermede
ligt het niet op de weg van het gemeentebestuur om in financieel op
zicht medewerking te verlenen aan een eventuele verplaatsing van dit
bedrijf. Bij verwezenlijking van het plan zal door aankoop of onteige
ning van de benodigde grond met de belangen van de heer Herder rekening
(moeten) worden gehouden. Wij menen derhalve dat deze ontsluiting met
parkeerfaciliteiten verantwoord is te achten. Wij achten de aangevoerde
bezwaren derhalve ongegrond.
Ten aanzien van het onder vermelde bezwaar merken wij op, dat
onder meer ter compensatie van het verlies van autoboxen in de kom van
Snakkerburen alwaar de woonfunctie hersteld dient te worden een aantal
autoboxen is geprojecteerd ten oosten van Oan 'e Dyk. De plaats is ge
kozen in overleg met de bevolking. Het pad, dat toegang geeft tot deze
autoboxen, is geprojecteerd op gemeente-eigendom en niet op particulier
eigendom zoals enkele reclamanten aanvoeren. Bij de aankoop van de voor
malige kwekerij is de eigendomsgrens namelijk veranderd. Wij menen dat
dit pad past in de structuur van Snakkerburen met zijn stegen en paden.