- 2 - Plaats van het nieuwe schoolgebouw» Het gebied Schil-Oost hebt IJ aangewezen als stadsvernieuwingsgebied. Ten behoeve van de rehabilitatie van het deelgebied Velgelegen, waarin de onderhavige scholen zijn gelegen, bereidt een ambtelijke projectgroep een bestemmingsplan voor. In het programma van eisen, dat daartoe is ge formuleerd, zal rekening worden gehouden met de lokatie voor het nieuw te bouwen schoolgebouw. De lokatie is ruim aangegeven omdat de exacte plaats van het te bouwen schoolgebouw in dit stadium nog niet kan worden aangegeven. In het kader van het thans te nemen besluit over de stich ting kan evenwel worden volstaan met de lokatie zoals deze op de bij dit besluit behorende en ter inzage gelegde tekening roodomlijnd is aan gegeven. Prognose van het aantal kleuters en leerlingen. Het gemiddelde aantal werkelijk schoolgaande kinderen bedroeg in de afgelopen vijf jaren: kleuteronderwijs lager onderwijs 1974 92,2 209 1975 91 217 1/3 1976 95 2/3 207 2/3 1977-1978 91 2/3 180 1/3 1978-1979 73 2/3 162 2/3 Naar verwachting zal op basis van de meest recente demografische gegevens het aantal kleuters en leerlingen zich in de komende jaren als volgt ontwikkelen: 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1983 1993 K.O. 81 79 78 81 79 73 72 72 G.L.O. 157 153 151 156 154 141 139 139 Gelet op het vorenstaande achten wij zowel om onderwijskundige re dei nen als uit stedebouwkundige overwegingen vervangende nieuwbouw noodzake lijk. Op grond van bovenstaande verwachtingen zal het nieuwe schoolgebouw naast de noodzakelijke nevenruimten een gemeenschapsruimte met handvaar- digheidskern en een gymnastieklokaal, alsmede zes lokalen voor het lager onderwijs en twee werklokalen en een speellokaal voor het kleuteronder wijs moeten bevatten. Mede gelet op de in het kader van Bestek '81 aangekondigde ombui gingsmaatregelen ter zake van de materiële uitgaven voor het kleuteron derwijs, het lager onderwijs en het buitengewoon onderwijs en de op gror.d daarvan noodzakelijke ministeriële goedkeuring van de voorgenomen nieuw bouw is het noodzakelijk, dat U thans tot het stichten van een nieuw schoolgebouw voor De Tureluur en de Menno van Coehoornschool tezamen besluit. Krachtens artikel 23 van de Lager-onderwijswet 1920 dient U voor wat de lagere school betreft tevens de definitieve lokatie van het schoolgebouw aan te wijzen, welk besluit aan de goedkeuring van Gedepu teerde Staten van Friesland is onderworpen. Wij achten het verantwoord, dat voor wat de plaatsaanduiding betreft, wordt vooruitgelopen op het definitief vaststellen en van kracht worden van het bestemmingsplan Mo lenpad. Onder de mededeling, dat de Commissie voor het Onderwijs over het vorenstaande is gehoord en dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening haar standpunt over de exacte plaats van het schoolgebouw in een later stadium zal bepalen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 3336. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 februari 1980 (bijlage nr. 123 gelet op artikel 23 van de Lager-onderwijswet 1920; BESLUIT I. tot stichting van een nieuw schoolgebouw ten behoeve van de openba re kleuterschool De Tureluur en de openbare lagere Menno van Coe hoornschool, dat voor het kleuteronderwijs twee werklokalen en één speellokaal en voor het lager onderwijs zes lokalen, een gemeen schapsruimte met handvaardigheidskern en een gymnastieklokaal, als mede de noodzakelijk nevenruimten zal bevatten; II. het onder I genoemde te stichten schoolgebouw te situeren op het op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven ter rein. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 169