Voorzitter.
Secretaris.
No. 4816.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 26 maart 1980 (bijlage no. 158);
D E S L I T
1Een makelaar opdracht te verlenen de panden Westerplantage 32
tot en met 40 te koop aan te bieden tegen een prijs van 300.000 -
(kosten koper)
2. de grond van de onder 1 genoemde panden in erfpacht uit te geven op
basis van een waarde van 20.000,per woning, ofwel 100.000,--
voor alle 5 woningen, waarbij een erfpachtspercentage zal worden
aangehouden dat geldt ten tijde van de verkoop;
3. dat bij de verkoop moet worden bepaald dat de panden ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders binnen 2 jaar gerehabiliteerd moeten
zijn onder de gebruikelijke boetebepalingen en onder de verplichting
bij niet-nakoming tot terugverkoop aan de gemeente tegen een prijs
van 2 50.000,(kosten verkoper).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Nota inzake het Welstandstoezicht.
ij lage nr. 159. Leeuwarden, 27 maart 1980,
Aan de Gemeenteraad.
Het Welstandstoezicht is zowel inhoudelijk als qua wijze waarop het is
;eorganiseerd in Uw Raad meermalen onderwerp van discussie geweest.
Tijdens de behandeling van de begroting voor het jaar 1978 en het Beleidsplan
978-1982 resulteerde dit in het aanvaarden van een motie waarin ons college
ierd verzocht een nota uit te brengen en waarin tevens werd aangegeven
/elke punten nadere bestudering en overweging behoefden.
De genoemde motie en het kort daarop ontvangen verzoek van de bestuurs-
ommissie van de Provinciale Friese Schoonheidscommissie om aansluiting te
oeken bij het provinciale instituut nieuwe stijl vormen dan ook de aanleiding
ot het doen opstellen van de U hierbij aangeboden nota. In deze nota wordt
ingegaan op het welstandstoezicht in onze gemeente van dit moment en zoals
ich dat voor de toekomst naar onze mening dient te ontwikkelen.
Na aanvaarding van de in deze nota geformuleerde en gemotiveerde uit
gangspunten zal op basis hiervan nadere uitwerking plaatsvinden in een her
ziening van de Verordening regelende het Welstandstoezicht en het treffen
/an de nodige organisatorische maatregelen.
Nadat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich in haar vergadering
van 4 december 1978 in grote lijnen heeft kunnen vinden in de concept-nota
s deze om advies toegezonden aan de Welstandsadviescommissie, de Koninklijke
laatschappij tot bevordering der bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten,
iring Friesland, de directeur Stedebouw/Bouwkunde van de Dienst Stadsontwik-
celing en de gemeente Sneek. De ontvangen adviezen liggen voor U ter inzage,
evenals het commentaar van de Raad voor de Volkshuisvesting aan wie de con-
.ept-nota op zijn verzoek ter kennisneming is toegezonden.
De Provinciale Friese Schoonheidscommissie heeft het concept eveneens ter
kennisneming ontvangen.
De binnengekomen reacties tasten naar ons oordeel de in de nota gefor-
auleerde uitgangspunten niet ten principale aan, doch hebben voor een belang
rijk deel betrekking op de wijze waarop een en ander in de nadere concretise
ring tot uitdrukking dient te komen. Niettemin is het gewenst op de hoofd
punten van de ontvangen adviezen nader in te gaan. Deze hebben betrekking op:
a. het moment waarop de stedebouwkundige plannen ter beoordeling aan de
commissie moeten worden voorgelegd;
b. de verdeling van de commissie in twee of meer subcommisies
c. de positie van de niet-deskundigen in de commissie.
Sub aWelstand en Stedebouw.
Geadviseerd wordt de stedebouwkundige plannen in een vroegtijdig stadium
aan de Welstandsadviescommissie voor te leggen. De fase van het wettelijk
voorgeschreven overleg het Besluit Ruimtelijke Ordening zou daarvoor
te laat zijn, omdat er dan te weinig mogelijkheden zouden resteren om een
wezenlijke inbreng te leveren.
Naar ons oordeel verzet zich er niets tegen om reeds in de fase van het
ontwikkelen van schetsplannen het welstandsaspect mee te laten spelen. De
nota geeft dit zelf ook reeds aan, wanneer gesteld wordt dat het adviseur
schap van de directeur Stedebouw/Bouwkunde van de D.S.0. zich ook zal dienen
uit te strekken tot het geven van voorlichting over in ontwikkeling zijnde
bestemmings- en structuurplannen.