- 6 -
.3. Werkgroep en commissie monumentenzorg.
Sinds 1977 functioneert in de gemeente Leeuwarden een ambtelijke
werkgroep monumentenzorg. Hierin zijn vertegenwoordigd Bouw- en Woningtoe
zicht, de Dienst Stadsontwikkeling, de secretarie-afdeling R.O.V., de Pro
vinciale Direktie Volkshuisvesting en de Rijksdienst Monumentenzorg. De
taak van deze werkgroep is om alle bouwplannen in de binnenstad te beoor
delen en de hiermee samenhangende administratieve procedures, zoals beoor
deling van de subsidie-aanvragen, tussen de verschillende overheidsinstan
ties te coördineren.
Globaal gezien is dit alles te onderscheiden in drie aspecten:
a. voorbereiding van het advies op grond van artikel 15 van de Monumenten
wet, krachtens welke Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid worden
gesteld van "hun oordeel te doen blijken" indien bij de minister een
verzoek is binnengekomen tot verbouwing van een monument;
b_. beoordeling van de subsidie-aanvragen in het kader van de restauratie
c.q. rehabilitatie;
beoordeling van alle bouwplannen op punten van esthetica en welstand.
Met name dit onderdeel vergt veel aandacht en tijd.
Om reden van praktijk en eenvoud worden de plannen niet altijd door de
gehele groep beoordeeld. Dit gebeurt alleen indien er ook volkshuisvestings
vraagstukken aan verbonden zijn (rehabilitatiesubsidie bijv.). Zoals gezegd
ligt het accent op de beoordeling vanuit de esthetische en welstandelijke
invalshoek, hetgeen echter niet impliceert dat het advies in de plaats komt
van dat van de welstandsadviescommissie. Het zal echter duidelijk zijn, dat
de adviserende taak van laatsgenoemde commissie in deze gevallen wordt ver
licht.
Bij een beschrijving van het welstandstoezicht in de gemeente Leeuwar
den mag het bestaan en functioneren van deze werkgroep niet achterwege wor
den gelaten. Ditzelfde geldt voor de commissie Monumentenzorg.
Op het terrein van het gemeentelijk monumentenbeleid wordt het college
van Burgemeester en Wethouders n.l. bijgestaan door een commissie van ad
vies, in casu de commissie Monumentenzorg. In deze commissie, waarvan eer
lid van het college voorzitter is, zijn enkele leden van de Raad benoemd.
De oorspronkelijke taak was omschreven als, het uitbrengen van advies
over:
■a. de ontwerplijsten van beschermde en archeologische monumenten;
Ju. verzoekschriften als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet;
aanvragen om bouwvergunning voor het vernieuwen, veranderen of uit
breiden van beschermde monumenten;
cj. subsidiëring van restauraties van beschermde monumenten;
alle overige gevallen waarbij de monumentenzorg betrokken is.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 2 september 1970, nr.
12593 is de taakomschrijving vereenvoudigd en is in feite alleen het onder
bedoelde deel overgebleven, dat echter zo ruim is geformuleerd, dat de
andere onderdelen er wel onder begrepen kunnen en mogen worden.
Door het functioneren van de werkgroep monumentenzorg is de bemoeiing
van deze commissie met concrete bouwplannen beperkter geworden. Alleen de
meest in het oogspringende restauraties worden in de commissie besproken.
In het kader van deze besprekingen wordt ook aandacht geschonken aan het
welstandsaspect, omdat de praktijk leert dat tussen de beoordeling van het
bouwplan uit een oogpunt van monumentenzorg enerzijds en welstandsaspec
ten anderzijds moeilijk onderscheid is te maken.
Resumerend kan evenwel gesteld worden, dat welstandsbeoordeling zijde
lings aan de orde komt en dat de commissie er naar streeft haar adviserende
taak te richten op de algemene beleidslijnen van de monumentenzorg in Leeu
warden. De nota Monumentenzorg is hiervan een duidelijk voorbeeld.
Hogere Schoonheidscommissie.-
Tenslotte moet op deze plaats de Hogere Schoonheidscommissie worden
genoemd, die door de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge
de Bouwverordening kan worden ingeschakeld, indien ze een advies moet uit
brengen over een beroepschrift, dat is gericht tegen een besluit genomen
op grond van artikel 34 of een aanschrijving van artikel 310 van de Bouw
verordening. De Hogere Schoonheidscommissie kent drie leden, die bij voor
keur buiten Leeuwarden wonen en die worden benoemd door een vereniging,
welke door de Raad is aangewezen.
Die verenigingen zijn het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, de Bond van
Nederlandse Architecten en het Genootschap Architectura en Amicitia.