- 16 -
3.5. Door de raad vastgestelde doelstellingen.
Een ander aspect is of en zo ja op welke wijze bij het welstands-
werk rekening moet worden gehouden met door de Raad vastgestelde doel
stellingen
Deze materie is ook reeds in de Raad aan de orde geweest. Daarnaast
is zij ondermeer op het in 1976 gehouden congres van de Federatie Wel
standstoezicht uitvoerig ter discussie gesteld. Tijdens dat congres heeft
een der inleiders als zijn mening weergegeven, dat het noodzakelijk is,
dat de gemeenteraad m.b.t. de vormgeving van de openbare ruimte doel
stellingen formuleert. Daarnaast zullen z.i. methoden moeten worden ont
wikkeld welke het mogelijk maken om deze doelstellingen te hanteren "ter
bevordering van gewenste- en ter afzwakking van ongewenste ontwikkelin
gen". Binnen dit kader van geformuleerde doelstellingen dient volgens
deze inleider ondermeer een welstandsadviescommissie "nieuwe stijl" te
opereren. In zijn betoog geeft hij echter tevens toe, dat de ontwikkeling
van een dergelijk kader "een moeilijk en jarenlang durend karwei is, dat
in Nederland nog nauwelijks is vertoond".Uit het verslag van dit congres
blijkt, dat de inleider er niet in is geslaagd zijn toehoorders c.q.
vragenstellers duidelijk te maken op welke wijze dit kader tot stand moet
komen en hoe er dan ondermeer met betrekking tot het welstandstoezicht
mee kan worden gewerkt
Het vaststellen van doelstellingen, uitgangspunten en richtlijnen
is overigens geen onbekend verschijnsel in Leeuwarden. In dit verband
kan in eerste plaats het Structuurplan voor de binnenstad worden ge
noemd, dat een groot aantal doelstellingen bevat, die tot doel hebben een
bepaalde richting te geven aan de vormgeving van de binnenstad.
De uitwerking van het globale plan Camminghaburen op basis van de
ontworpen en vastgestelde Randvoorwaarden en Richtlijnen geeft ook op
veel plaatsen indicaties met betrekking tot die vormgeving.
Verder kunnen hier nog genoemd worden de door de projectgroepen ge
produceerde en nog te produceren rapporten, waarin naast de stedebouw-
kundige structuren aandacht wordt geschonken aan bovengenoemde aspecten
Tenslotte, maar niet in het minst formuleert de raad doelstellingen in
incidentele gevallen bij de opvulling van braakliggende of nog te saneren
gebieden in de stad. Gedacht kan worden aan het bouwplan St. Jacobsstra.it,
Speelmansstraat. In dit kader speelt de eigendomssituatie een niet onbe
langrijke rol.
De wens om vanuit de Raad een bepaalde richting te geven op het te-
rein van vormgeving is evident en voor de hand liggend. Dit gaat echter
niet zonder problemen gepaardEr zijn namelijk twee aspecten die hierbi
een rol spelen.
1Gezien de taak van het hoogste gemeentelijke orgaan en de uitwerking
daarvan in de praktijk kunnen de doelstellingen niet anders dan glo
baal geformuleerd worden (hoofdlijnen)Door al te veel in detail te
gaan treden wordt het doel voorbijgestreefd en is er geen ruimte,
die nodig is voor het scheppende werk van de ontwerpers. Kortom, het
geheel moet niet verworden tot een star en strak systeem, dat een
doel op zichzelf wordt in plaats van een middel om tot een vormge
ving te komen, die recht doet aan de maatschappelijke ontwikkelingen
2. Het geheel kan en mag niet los gezien worden van de wettelijke moge
lijkheden. De Woningwet en de daarop gebaseerde Bouwverordening ge
ven limitatief de gronden voor de weigering van een bouwvergunning
aan. Het niet voldoen aan doelstellingen als bovenbedoelde kan niet
altijd leiden tot een weigering. Toetsing aan deze doelstellingen
zal derhalve alleen kunnen plaatsvinden indien en voorzover ze in
direct verband staan met het aspect welstand.
- 17 -
Weliswaar wordt het beoogde doel soms nagestreefd langs privaatrechte
lijke weg door aan de verkoop de voorwaarde te verbinden, dat de koper
verplicht is een bebouwing te realiseren, die voldoet aan bepaalde
voorwaarden. Het zal echter duidelijk zijn, dat dit erg afhankelijk
is van de toevallige eigendomssituatie en een middel is bij gebrek
aan een betere.
Voorzover de toetsing aan de door de Raad geformuleerde doelstellin
gen mogelijk is binnen het kader van het verlenen van de bouwvergunning
zal die toetsing kunnen plaatsvinden door de welstandsadviescommissie.
Het zal dan één van de maatstaven zijn als bedoeld in 3.4.
6Welstandstoetsing in de praktijk: aard en werkwijze.
Welstandstoetsing ontstaan uit particulier initiatief is van oorsprong
werend (defensief) van karakter: het nieuwe mag geen aanstoot geven.
De wettelijke santionering betekende niet dat de ideeën en gedach
ten rondom het welstand gefixeerd zijn. Integendeel, ook op dit terrein
waren en zijn de maatschappelijke ontwikkelingen van invloed en merkbaar.
Het karakter wijzigde zich van toezicht in zorg: het bewust maken en het
kweken van een medeverantwoordelijkheid voor allen die betrokken zijn bij
de bebouwde en onbebouwde omgeving door een actievere en openere opstel
ling van hen, die met het toezicht zijn belast. Niet langer een passieve,
docht een actieve en offensieve rol wordt toegedacht aan het (de) wel
standstoezicht (-zorg). Een welstandszorg als onderdeel van de bewaking
van het milieu in ruime zin. In dit kader past geen bevoogding. Bij een
actieve en open opstelling passen in feite ook geen sancties, maar over
tuigingskracht. Ondanks alle goede bedoelingen kan een laatste toetsing
als bedoeld in artikel 34, lid 1, Bouwverordening met als sanctie een
weigering van de bouwvergunning, niet gemist worden, omdat de praktijk
nu eenmaal sterker is dan de leer. Dit mag echter geen aanleiding zijn
om niet te streven naar de hierboven beschreven welstandszorg en het
beleid daarop af te stemmen.
Middelen om dit te bereiken zijn:
a. het verschaffen van inzicht in de adviezen qua motivering en gehanteer
de maatstaven (zie 3.3 en 3.4);
b. welstand te zien als een multifunctionele aangelegenheid (zie 3.2);
c. het naar buiten brengen van de intenties van de welstandszorg, wat in
de eerste plaats kan gebeuren door middel van een doelgerichte voor
lichting. Een voorlichting, die met name gericht is op de direct-be-
trokkenen, zoals beleidsvertegenwoordigerszij die bouwen, architec
ten, aannemers e.d. Een voorlichting, die inhoudelijk bestaat uit het
naar buiten brengen van het beleid. Dit kan aan de hand van lezingen,
foto- en diamateriaal, toelichtingen op de door de welstandsadvies
commissie gegeven richtlijnen. Wat dit laatste betreft is het bijvoor
beeld goed denkbaar dat de welstandsadviescommissie uit zichzelf naar
buiten treedt en aangeeft welke materialen wel of niet geschikt zijn
in bepaalde situatieswaar met name op gelet zal worden bij aanvragen
voor een lichtreclame e.d.
d. een open opstelling van allen die het welstandsbeleid naar buiten
dragen. Een dergelijke instelling vereist ruimte voor alternatieven
en daadwerkelijk meedenken en meepraten om samen tot een optimaal
resultaat te komen.