if. HET OVERSTICHT
4,1. Organisatie en werkwijze.
In het kader van de voorbereiding van deze nota zijn overeenkomstig
de op 13 december 1977 aanvaarde motie, ook informaties ingewonnen om
trent de Overijsselsche situatie, waar het welstandstoezicht voor alle
gemeenten wordt behartigd door het particuliere genootschap "Het
Oversticht". In het jaarverslag 1977 is op duidelijke wijze uiteengezet
hoe het geheel is georganiseerd en functioneert.
Hier worden enkele punten genoemd.
a. Het ontstaan is te danken aan het in 1925 ontplooide particuliere
initiatief. Tot de door het genootschap opgerichte vereniging zijn
als leden toegetreden de gemeenten (thans alle, met uitzondering van
de N.O.P.), begunstigers en natuurlijke personen (de zgn. buiten
gewone leden). De taakuitvoering en de dagelijkse werkzaamheden worden
verricht door het bureau, dat opgedeeld is in vier onderdelen,
namelijk:
- welstandscommissie, die door de gemeenten als het deskundig college
ingevolge artikel 85, lid 2 Woningwet wordt ingeschakeld;
de provincie is opgedeeld in negen rayons waar even zovele rayon
architecten en subcommissies werken. Voor de zogenaamde IUssel-
steden en Enschede is daarnaast nog een binnenstadscommissie
werkzaam;
- monumentencommissie, die in opdracht van de provincie adviezen
uitbrengt over de uitvoering van de Monumentenwet. Een onderdeel
van het uit te brengen advies wordt gevormd door de welstands
beoordeling, voor welk deel nauw overleg plaatsvindt met de wel
standscommissie (d.m.v. deskundigen uitwisseling). Het is evenwel één
advies, dat wordt uitgebracht;
- landschapscommissie, die adviezen uitbrengt over landschappelijke
aangelegenheden, zoals hoogspanningsleidingen, dijkverzwaringen,
ruilverkavelingen, groenaanplant rond boerderijen, etc.;
- administratie, die het bestuur en de commissies de nodige bijstand
verleent en de financiële aspecten verzorgt. Voor elk advies
wordt een vergoeding gevraagd, die de gemeenten in de vorm van een
legesheffing in rekening brengen bij de aanvrager van een vergunning
en die steunt op de gemeentelijke legesverordeningen. Op de bouw
vergunningen worden deze bedragen afzonderlijk vermeld.
b. Uit het bestaan van verschillende commissies mag reeds geconcludeerd
worden, dat het Oversticht zijn taak ruim omvat. In z'n visie is
welstand een integrerend onderdeel van alles wat er gebeurt met de
bebouwde en onbebouwde omgeving. Daartoe behoort zeer zeker het tot
standkomen van stedebouwkundige plannen. Het streven is er dan ook op
gericht hierbij in een vroeg stadium te worden ingeschakeld. Dit
onderdeel (zgn. multifunctionaliteit in ruime zin) is echter nog maar
kort in ontwikkeling en nog lang niet uitgekristaliseerd. De eerste,
opgedane ervaringen worden echter als positief bestempeld.
Vroegtijdige inschakeling bij de bouwplannen wordt nagestreefd en de
belanghebbenden worden dan ook via allerlei wegen overtuigd van het
nut hiervan. Ook op dit terrein zijn de ervaringen gunstig.
c. De commissies werken niet in het openbaar, maar de adviezen zijn
duidelijk gemotiveerd. Van tevoren expliciet geformuleerde toetsings
criteria ontbreken. Dit wordt niet als een gemis ervaren.
Het zal echter duidelijk zijn, dat in de praktijk wel een of ander
toetsingskader is ontstaan/gegroeid.
Het niet-openbaar vergaderen betekent geenszins dat het Oversticht niet
naar buiten treedt, integendeel. De bij het Oversticht levende ge
dachte dat welstand niet zozeer een taak is die bestaat bij de gratie
van sancties doch in de eerste plaats gevoed moet worden vanuit het
besef, dat iedereen ,die direct of ondirect betrokken is bij de omgeving
- 22 -
Ook op het punt van de samenstelling zal nader beraad en detail
lering nodig en wenselijk zijn.
3.10. Ambtelijke ondersteuning.
Op grond van de huidige Verordening regelende het welstandstoezicht
wordt het secretariaa verzorgd door de directeur Bouw- en Woningtoezicht
die belast is met de coördinatie rond de aanvragen voor bouwvergunningen.
Het welstandsadvies wordt dan ook als onderdeel van het bouwtech
nische en stedebouwkundige advies door genoemde directeur bij het college
ingediend
De uitbreiding en de inhoud van de taak van de onderhavige commissie
zal in belangrijke mate verzorgd worden door de secretaris. Deze zal dan
belast zijn met:
- de voorbereiding van de vergaderingen;
- de redactie van de uit te brengen adviezen;
- zorgdragen voor de interne en externe coördinatie;
- de voorlichting met het oog op het naar buiten brengen van het te
voeren beleid door de commissie;
- de vorming en het bijhouden van de noodzakelijke documentatie
Kortom de secretaris zal niet alleen moeten registreren van wat er beslo
ten is in de commissie, maar zal zich actief moeten opstellen en van hem
zullen initiatieven mogen worden verwacht om reële inhoud te geven aan
de gedachte dat welstandstoezicht zich heeft gewijzigd in welstandszorg
Het zal duidelijk zijn dat dit niet te combineren is met de gebruikelijke
werkzaamheden voortvloeiende uit de functie van directeur Bouw- en Woning
toezicht. Versterking in de personele sfeer zal dan ook geboden zijn.
Zelfs in die zin, dat het secretariaat, wil het voldoen aan de gestelde
verwachtingen, moet uitgroeien tot een full-time functie. Hierbij is te
denken aan een functionaris met een technische opleiding en administra-
tief-juridische belangstelling.
Verder is nagegaan of het welstandsaspect inhoudelijk gezien wel
behoort tot de taak van het bouwtoezicht. De taak van deze gemeentelijke
dienst is namelijk toezichthouden en controleren op het bouwtechnische
vlak, controle op de juiste uitvoering van de bouwverordening en van de
in de bouwvergunning gestelde voorwaarden. Welstand daarentegen is niet
in de eerste plaats een technische aangelegenheid, maar een zaak van
esthetica. Het is daarom goed denkbaar en in veel gemeenten is dat ook
het geval, dat beide aspecten losgekoppeld worden. Aan de andere kant
is het uit een oogpunt van coördinatie en doelmatigheid gewenst dat de
verschillende lijnen zo kort mogelijk zijn. Vanuit dit oogpunt bezien
verdient het aanbeveling om het welstandsaspect organisatorisch in te
bouwen bij bouw- en woningtoezicht. Daar komen de aanvragen binnen, wordt
de gehele procedure afgewikkeld en vandaar worden de verschillende advie
zen verzonden aan het college. Het is om deze reden, uitgegaan wordt van
een organisatie waarbij het welstandstoezicht ondergebracht is bij het
Bouw- en Woningtoezicht, zij het dat het functioneel en praktisch gezien
een zelfstandig onderdeel hiervan vormt, waardoor de zelfstandige taak
van de secretaris wordt benadrukt.
Tenslotte is het gezien het bovenstaande en gezien het feit dat
welstandsbeoordeling een duidelijke plaats heeft in de voorbereidende
fase, wenselijk dat de directeur Bouw- en Woningtoezicht evenals zijn
collega Stedebouw/Bouwkunde van de D.S.O. wordt toegevoegd als advise
rend lid van de Commissie Welstandszorg.
-23-