No. 5469
DE RAAD DER GEMEEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 april 1980
(bijlage no. 171)
BESLUIT:
aan de C.S.V. "De Leeuwarder Zwaluwen", gevestigd te Leeuwarden:
I. voor het tijdvak, eindigende op 31 december 2030, het recht van opstal
te verlenen op de, voor de uitbreiding van het bestaande clubhuis ter
grootte van plm. 97 m2 en gelegen op het sportpark Nijlan op de bij dit
besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven plaats, benodigde
grond, zulks onder de volgende bedingen:
1. voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan
de gemeente Leeuwarden verschuldigd;
2. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarvoor het recht geldt,
zal ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar
van de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
3. alle op de verlening van het opstalrecht vallende kosten, daaronder
begrepen die van de levering van een afschrift van de akte van opstal
ten behoeve van het gemeente-archief en die van de verrichtingen van
de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 2, komen voor rekening
van de opstalhoudster;
4. de opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waar
in deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal
bevindt, met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden, enz.
daartoe van ouds en met recht behorende; zonder dat de gemeente
Leeuwarden, behoudens terzake van uitwinning van hypotheek, jegens
de opstalhoudster tot enige vrijwaring is gehouden;
5. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen ge
heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de datum van het verlijden van de akte van opstal voor rekening van
de opstalhoudster;
6. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden is het verboden over te gaan tot overdracht van het
opstalrecht;
7. bij het einde van het opstalrecht op 31 december 2030 -dan wel op een
later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht- vergoedt
de gemeente Leeuwarden de waarde van het door de opstalhoudster
gestichte clubhuis; de te vergoeden waarde wordt door Burgemeester
en Wethouders van Leeuwarden en de opstalhoudster in onderling
overleg vastgesteld naar de staat, waarin de opstal zich bevindt
bij het einde van het opstalrecht;
indien hierover binnen een maand na dat einde géén overeenstemming
wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskun
digen, waarvan binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd
door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de op
stalhoudster, waarna de derde door twee aldus benoemde deskundigen
wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde;
komen de benoemde deskundigen niet overeen omtrent het bedrag van
de te vergoeden waarde, dan zal daarvoor worden gehouden het
bedrag van de door de deskundigen afzonderlijk bepaalde vergoeding
dat noch het hoogste noch het laagste is;