- 6 -
gemeenschappelijke regelingen afwachten, alvorens voorstellen te
ontwikkelen ten aanzien van een aanpassing van de huidige regeling.
In cat verband mogen wij nog wijzen op het commentaar op het voor
ontwerp van wet gemeenschappelijke regeling van
- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 21 december 1979
(gepubliceerd in "de Nederlandse Gemeente" van 1 februari 1980)
- de Raad voor de Territoriale Decentralisatie van november 1979'
Het dagelijks bestuur van de
Regio Friesland-Noord,
voorzitter.
secretaris.
Aanvullend preadvies inzake een brief van de heer W.J.H. Drent van
19 januari 1980 omtrent zijn verzoek aan de Minister van Verkeer en
Waterstaat om ontheffing van de vakbekwaamheidseisen voor taxi
ondernemers
Bijlage no. 175» Leeuwarden, 10 april 1980.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 18 februari 1980 is de behandeling van ons
preadvies inzake de hierboven genoemde brief van de heer W.J.H. Drent,
bijlage no. 66, aangehouden.
Deze aanhouding hield verband met het feit, dat wij inmiddels een
afschrift hadden ontvangen van de beschikking van de Minister van
Verkeer en Waterstaat van 11 februari 1980, waarbij de aanvraag van de
heer Drent om ontheffing van de vakbekwaamheidseisen voor taxi-onder-
nemers is afgewezen.
De betreffende beschikking is voor U ter inzage gelegd.
Uit de inhoud van de beschikking blijkt, dat de Minister bij de
afwijzing in de eerste plaats heeft overwogen, dat de heer Drent welis
waar enige jaren als taxi-chauffeur werkzaam is geweest, doch dat hij
in enig taxibedrijf geen zodanige functie heeft bekleed, dat hij kan
beschikken over een veeljarige praktische ervaring als ondernemer of
bestuurder. Voorts heeft de Minister overwogen dat hem daarenboven niet
is gebleken, dat Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden in beginsel
bereid zijn aan de heer Drent een vergunning voor vervoer van personen
met taxi's te verlenen c.q. over te dragen.
Uit nadere informatie bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
over de genomen beslissing is gebleken, dat in casu de afwijzing van
het verzoek om ontheffing zonder meer heeft moeten plaatsvinden, omdat
de heer Drent aan de Minister om een definitieve ontheffing van vak
bekwaamheidseisen heeft verzocht.
Bij deze informatie bleek overigens, dat indien het gemeentebestuur
van Leeuwarden bereid zou zijn aan de heer Drent een bedrijfsvergunning
te verlenen, de Minister van Verkeer en Waterstaat het verzoek van de
heer Drent opnieuw in behandeling zal nemen. Nagegaan zal dan worden
of een tijdelijke ontheffing van de vakbekwaamheidseisen kan worden
verleend. Volgens informatie van het betreffende Ministerie is zulks
mogelijk, indien een aanvrager bezig is met de studie voor het betref
fende diploma van vakbekwaamheid en in redelijkheid mag worden aange
nomen dat dit diploma binnen de periode van de tijdelijke vergunning
zal worden gehaald. Op grond van de problemen welke in het verleden
met het taxivervoer in Leeuwarden hebben bestaan, is ons college overigens
van oordeel dat met betrekking tot het verlenen van nieuwe bedrijfs-
vergunningen een uiterst terughoudend beleid moet worden gevoerd. De
liervoor bedoelde problemen deden zich met name voor aan het eind van
ie jaren '60. Door de verscheidenheid aan ondernemers kwamen bij her-
ïaling conflicten voor inzake het innemen van standplaatsen bij punten
vaar een belangrijke vraag naar vervoer mag worden verwacht en het
elkaar trachten ontnemen van passagiers. Dergelijke problemen deden zich
overigens niet alleen in Leeuwarden voor, maar waren en zijn thans nog
in diverse andere steden regelmatig te constateren. Mede om die redenen
".eeft een landelijk ingestelde stuurgroep onder voorzitterschap van het
'weede Kamerlid Van Thijn destijds in een rapport aanbevolen te streven
naar een nauwe samenwerking tussen taxi-ondernemers, zo mogelijk uit
mondend in samenwerkingsverbanden (taxi-centrales).