No. 64-76 b.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 mei 1980
(bijlage no. 207)
BESLUIT:
aan de kanovereniging "De Hydronauten"gevestigd te Leeuwarden:
I. voor het tijdvak, eindigende op 31 december 2030, het recht van opstal te
verlenen op de, voor de bouw van een clubhuis ter grootte van plm. 65 m2
en gelegen op het sportpark "Hemrik" op de bij dit besluit behorende teke
ning roodomlijnd aangegeven plaats, benodigde grond, zulks onder de volgende
bedingen:
1. de voor de onder punt IV van deel a van dit besluit bedoelde overdracht
verschuldigde kosten moeten door de kanovereniging "De Hydronauten"
aan de gemeente Leeuwarden zijn betaald;
2. voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan de
gemeente Leeuwarden verschuldigd;
3. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarvoor het recht geldt, zal
ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de
Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
4-. alle op de verlening van het opstalrecht vallende kosten, daaronder
begrepen die van de levering van een afschrift van de akte van opstal
ten behoeve van het gemeente-archief en die van de verrichtingen van
de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 3, komen voor rekening van
de opstalhoudster;
5. de opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waarin
deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal bevindt,
met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden, enz. daartoe
van ouds en met recht behorende; zonder dat de gemeente Leeuwarden, be
houdens terzake van uitwinning van hypotheek, jegens de opstalhoudster
tot enige vrijwaring is gehouden;
6. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen geheven
wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de datum
van het verlijden van de akte van opstal voor rekening van de opstal
houdster;
7. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van Leeu
warden is het verboden over te gaan tot overdracht van het opstalrecht;
8. bij het einde van het opstalrecht op 31 december 2030- dan wel op een
later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht- vergoedt de
gemeente Leeuwarden de waarde van het door de opstalhoudster gestichte
clubhuis; de te vergoeden waarde wordt door Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden en de opstalhoudster in onderling overleg vastgesteld
naar de staat, waarin de opstal zich bevindt bij het einde van het op
stalrecht;
indien hierover binnen een maand na dat einde géén overeenstemming wordt
verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskundigen, waar
van binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd door Burgemeester
en Wethouders van Leeuwarden en één door de opstalhoudster, waarna de
derde door twee aldus benoemde deskundigen wordt aangewezen binnen drie
maanden na het einde;