Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex art. 186, eerste lid en 189, vijf de lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor het openbaar en bijzonder buitengewoon onderwijs voor 1980. Bijlage nr. 63. Leeuwarden, 7 februari 1980. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 186, eerste lid van het Besluit buitengewoon onder wijs 1987 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vast stellen, dat per leerling van elke soort van de in dit besluit genoemde en in de gemeente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen af delingen in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kos ten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en r van de Lager-onder- wijswet 1920, van de kosten van de oudercommissies en van de kosten van in standhouding. Dit bedrag vormt tevens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de bijzondere scholen en afdelingen van dezelfde soort. Hierbij merken wij op, dat de aan de scholen verbonden bijzondere afdelingen op grond van ar tikel 185, 1e lid, van genoemd besluit voor de toepassing van de onderhavi ge wetsartikelen worden beschouwd als zelfstandige scholen van een eigen soort. De geraamde uitgaven van het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1980 zijn opgenomen in de voor IJ ter inzage gelegde specificaties, waarvan de cijfers zijn ontleend aan de gemeentebegroting voor dit jaar. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft het minimumbedrag voor bestrijding van de administratiekosten als bedoeld in artikel 189, 8e lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 19&7, voor 1980 vastgesteld op 64,14 voor scholen voor moeilijk lerende kinderen, kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en schipperskinderen, op 73,78 voor scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen en op 79,11 voor scholen voor ziekelijke kinderen. De kosten voor het hulppersoneel aan de diverse scholen worden afzon derlijk vergoed. De logopedie is met ingang van 1979 gerekend tot de rand- voorzieningen, zodat de hieruit voortvloeiende kosten via de exploitatie kostenvergoeding met de besturen van de bijzondere scholen worden verrekend. Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans in die overzichten opgenomen gegevens dienen de voor 1980 per leerling beschikbaar te stellen bedragen alsmede de vergoedingen voor de kosten van hulpperso neel en de kosten voor logopedie, te worden bepaald zoals vermeld in het ontwerp-besluit Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke kin deren en voor schipperskinderen zijn gevestigd, maar wel bijzondere scholen van deze soort, welke vallen onder de bepalingen van het Besluit buitenge woon onderwijs 1967moet de exploitatievergoeding voor deze scholen, met toepassing van artikel 189, 5e lid, worden berekend naar het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van in normale omstandigheden verkerende scholen. Voor de school voor ziekelijke kinderen, "De Buitenschool", wordt voor het gedeelte "onderwijskosten" voorlopig uitgegaan van een bedrag van f 1.519,78 per leerling. Voor de school voor schipperskinderen, de Eben Haëzerschoolwordt voor het jaar 1980 het bedrag per leerling begroot op 984,85. De uit het vorenstaande voortvloeiende kosten van het openbaar en bij zonder buitengewoon onderwijs worden in het kader van de financiële verhou ding tussen rijk en gemeente terugontvangen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 37