- 6 -
De prognoses omtrent het aantal toekomstige woningen worden
onzes inziens terecht bestempeld als globaal. Een exacte raming
is niet op reële gronden te geven en zal voortdurend bijstelling
vragen. Het bouwen in de binnenstad is namelijk een complexe
aangelegenheid die onderhevig is aan diverse van buitenaf komende
oorzaken, zoals financiële haalbaarheid, grondkosten, architectuur,
grootte van de woning etc. De ervaring laat dan ook zien dat
aanvankelijke plannen en de definitieve vorm nog al eens verschil
len tonen voor wat betreft financieringswijze, grootte van de
woningen en aantal.
Naar ons oordeel zal de gemeente meer dan elders een actieve
rol moeten spelen om de doelstelling "handhaven en versterken
woonfunktie" daadwerkelijke inhoud te geven. Die rol kan voor een
belangrijk deel bestaan uit het verwerven en weer uitgeven van
de benodigde gronden. De opgenomen prognoses moeten dan ook
gezien worden als een indicatie m.b.t. de vraag in welke mate waar
en in welke verhoudingen per financieringswijze getracht zal wor
den die doelstelling te realiseren.
4. Monumenten.
De conclusie in hoofdstuk 4*A» cLat het dringend gewenst is de
aanwijzing tot beschermd stadsgezicht met spoed af te ronden, gezien
de hieruit voortvloeiende consequenties voor de inrichting van de
bestemmingsplannen onderschrijven wij. Dit des te meer nu is geble
ken, dat in tegenstelling tot hetgeen in het rapport is vermeld het
ontwerp nog steeds verzonden moet worden naar de gemeente en de
provincie. In het overleg met de rijksvertegenwoordigers is onzer
zijds meer malen aangedrongen op een spoedige afdoening.
Na overleg met de regionale vertegenwoordiger van de Rijks
dienst voor Monumentenzorg is een opgave verstrekt van de monumenten,
die herstel behoeven.
Naast de in het rapport genoemde pijpen en walmuren zijn dat de
gebouwen waaronder een zevental grotere objecten. De te maken res
tauratiekosten zijn geraamd aan de hand van de geschatte kubieke
meterinhoud vermenigvuldigd met een bedrag van 400»Deze
benadering kan uiteraard niet anders zijn dan een globale indicatie,
die nader gedetailleerd moet worden aan de hand van op te stellen
restauratieplannen. Datzelfde geldt voor het herstel van de pijpen,
zij het dat hier gebruik gemaakt kan worden van de ervaringen opge
daan bij de onlangs gereedgekomen restauratie van de Brol. Wij stellen
u voor hiermee in te stemmen en er bij de Minister van C.R.M0 op aan
te dringen de komende jaren de benodigde middelen te reserveren.
In het weergegeven faseringsschema op blz.|20 is als gevolg
van de snelheid waarmee een en ander opgesteld moest worden een
aantal omissies geslopen. Hieronder geven we de gecorrigeerde fasering
weer.
- 7 -
FASERING RESTAURATIEINVESTERINGEN
EN -BIJDRAGEN MINISTERIES (xlOOO,—
ministeriële bijdragen
woon-
investeringen
woonhuizen numenteri
niet
grote mof
totaal
"CRM"
woonhAiet woonhlgrote mom. totaal
VRO
20
80
huizen
1845
roonnv
300
81
1845
300
82
1845
300
83
1845
300
84
1845
300
85
1845
300
86
1845
300
87
1845
300
88
1845
300
89
1845
300
90
1845
300
91
1845
300
92
1845
300
93
1845
300
94
1845
300
95
1845
300
96
1845
300
97
1845
300
98
1845
300
99
1845
300
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
2651,6
4796,6
4796,6
4796,6
4796,6
4796,6
47966
4796,6
4796,6
4796,6
4796,6
2145
2145
2145
2145
2145
2145
2145
2145
2145
2145
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
276,75
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
53,1
1091,5
1091, 5
jl0915
1091,5
1091,5
1091,5
1091,5
1091,5
1091,5
1091,5
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
1421,35
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
329,85
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
369
36.900
6.000
26.516
69.416
5.535
1.062
10.914,8
17.511,8
7.380
Zoals IJ kunt constateren loopt de uitvoeringstermijn van de
restauraties van de woonhuizen en niet-woonhuizen langer door dan
de uitvoering van de stadsvernieuwing zelf, die namelijk eindigt
in 1993/J994. Dit hangt direct samen met de IJ bekende reservering
van subsidiemiddelen voor de restauratie van 22 panden gedurende
20 jaar. Het ligt evenwel in de bedoeling om per uitvoeringsgebied'
een schema te maken dat wel degelijk is afgestemd op de andere
werkzaamheden, wat met zich meebrengt dat extra subsidiemiddelen
beschikbaar zullen moeten komen.
Huis van Bewaring.
Overeenkomstig Uw beslissing van 19 februari 1979» no. 1606
(bijlage no. 57) ten aanzien van het gebied Blokhuisplein e.o.
is het terrein van het Huis van Bewaring in de plannen opgenomen
met een gewijzigde bestemming ten behoeve van parkeren, kantoren,
wonen en een groenstrook langs de stadsgracht. Tegen deze plannen
zijn bezwaren gerezen van de zijde van de Rijksgebouwendienst, die
in een brief van 15 januari 1980, no. 2000123 laat weten dat het
terrein voor de rijkshuisvesting niet kan worden gemist.
Verzocht wordt dan ook de bestemming zodanig te wijzigen, dat hier
door de rijkshuisvesting niet wordt belemmerd in casu het gehele
terrein daartoe kan worden aangemeld. Wij zijn evenwel van oordeel
dat de gedachte bestemming vooralsnog gehandhaafd dient te worden,
gezien de ligging van het complex in relatie met de mogelijkheid
ter plaatse voorzieningen te realiseren die een zeer duidelijke
ondersteuning behelzen van de algemeen aanvaardbare uitgangspunten
voor de binnenstad. Hierbij is te denken aan de versterking van
de woonfunctie -het plan voorziet in de bouw van 60 woningen
en niet in de laatste plaats aan het scheppen van de noodzakelijke
parkeervoorzieningen.