DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 22 mei 1980 (bijlage no. 216);
BESLUIT:
te verkopen aan F.I.B. Industriële Bedrijven B.V., gevestigd te Leeuwarden,
de op de bij dit besluit behorende tekening met een rode omlijning en de
Letters D en B aangegeven, in het bestemmingsplan "Industriegebied Schenken
schans" ten noorden van de Einsteinweg gelegen percelen grond ter grootte
van respectievelijk plm. 3.007 m2 en plm. 2.664- m2, voor een prijs van in
totaal 125.659,50 (géén B.T.W. verschuldigd) en voorts onder de volgende
bedingen:
1. de begrenzing van het verkochte is ter plaatse aangegeven door de land
meetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente
Leeuwarden; de door deze ambtenaar berekende oppervlakte heeft gediend
voor de bepaling van de genoemde koopsom;
over- of ondermaat tengevolge van de nog ambtshalve plaatsvindende ka
dastrale opmeting van het verkochte kan geen aanleiding geven tot ver
hoging of verlaging van de koopsom;
2. de noordelijke grens van het verkochte is in verband met het onderhouden
van de oeververdediging getrokken op een afstand van 90 cm uit de kruin
van het door de gemeente Leeuwarden gemaakte talud (landinwaarts);
3. de koopster verplicht zich om op haar kosten en ten genoegen van de
directeur Openbare Werken van de Dienst Stadsontwikkeling der gemeente
Leeuwarden langs de noordelijke oever van het terrein, indien daaraan
schepen worden gemeerd, een voldoend aantal meerpalen of steigers aan
te brengen, zulks ter bescherming van de door de gemeente Leeuwarden
aangebrachte oeververdediging;
zolang de koopster niet aan vorenstaande verplichting heeft voldaan, is
het haar verboden langs deze oever schepen te (doen) meren;
4. het is de koopster verboden om zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden op het ge
kochte terrein gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een detail-
handelsbedrijf te stichten, dan wel het gekochte terrein of de daarop te
stichten gebouwen voor detailhandelsactiviteiten te gebruiken of te doen
gebruiken;
onder uitoefening van detailhandel wordt verstaan: het bedrijfsmatig
aan particulieren te koop aanbieden, verkopen en/of afleveren van goederen;
onder particulieren worden verstaan: natuurlijke personen, die goederen ten
eigen nutte kopen, daaronder niet begrepen de wederverkopers, dan wel
personen, die het gekochte in hun onderneming aanwenden;
5. bij vervreemding van het gekochte of van een gedeelte van het gekochte
is de overdragende partij verplicht de voorwaarden onder 3, 4, 5 en 6
vermeld tegenover de verkrijger(s) ten behoeve van de gemeente Leeuwarden
te bedingen en namens deze gemeente aan te nemen en deze verkrijger(s)
te verplichten bij opvolgende vervreemding dezelfde bedingen op te nemen en
aan te nemen:
No. 7121 a.