-2-
D. Ingevoegd wordt een nieuw artikel 27, waarvan opschrift en tekst luiden
als volgt:
Aanschrijving, lastgeving.
Artikel 27.
1. Indien wordt gehandeld in strijd met het verbod, genoemd in artikel
2, dan wel in strijd met een krachtens artikel 3 verleende vergunning,
of een krachtens artikel 4- gestelde regel, kunnen burgemeester en wet»
houders degene, die als eigenaar, gebruiker, vergunninghouder of uit an.
deren hoofde tot het treffen van voorzieningen is bevoegd, aanschrij
ven binnen een door hen aan te geven termijn de door hen aan te geven
voorzieningen te treffen.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kan door of namens burge
meester en wethouders aan de eigenaar, de gebruiker, de vergunning
houder, dan wel degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voor
zieningen bevoegd is, mondeling last worden gegeven tot het treffen
van voorzieningen (het onverwijld staken van het lozen van stoffen
daaronder begrepen), indien met het oog op de veiligheid en de goede
staat en de werking van de riolering, het (de) zuiveringtechnische werk
(en), dan wel de zuiverheid van het oppervlaktewater, onverwijld in
grijpen geboden is.
3. Een mondelinge last, als bedoeld in het vorige lid, wordt binnen twee
maal 24- uur schriftelijk door burgemeester en wethouders bevestigd.
II. Inwerkingtreding -
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgend
op die van haar afkondiging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijzigen Algemeen Ambtenarenreglement.
Bijlage no. 220. Leeuwarden, 22 mei 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Artikel B 4, lid 3, van het Algemeen Ambtenarenreglement, bepalende dat
vaste aanstelling met een proeftijd slechts mogelijk is in bijzondere, door
burgemeester en wethouders aan te wijzen gevallen, werd tot 1 januari 1980
toegepast op voor het eerst in gemeentedienst tredende ambtenaren, aan de
vervulling van wier betrekking een verhoogd risico is verbonden (bijv.
ambtenaren van de beroepsbrandweer). Aanstelling op deze grond waarborgde
in voorkomende gevallen vanaf het moment van indiensttreding aanspraak op
weduwen- en wezenpensioen, hetgeen in geval van een tijdelijke aanstelling
eerst na 6 maanden het geval zou zijn.
Aangezien per 1 januari 1980 de z.g.n. drempeltijd uit de Algemene burgerlijke
pensioenwet is verdwenen, waardoor vrijwel een ieder met wie een dienstverband
(vast of tijdelijk) voor langer dan 6 maanden wordt aangegaan direct en niet
pas na 6 maanden ambtenaar wordt in de zin van genoemde wet, bestaat thans
geen behoefte meer aan genoemd artikellid.
Onder mededeling dat de commissie voor Georganiseerd Overleg zich met
schrapping van dit artikellid kan verenigen, geven wij U in overweging over
te gaan tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.CJ.G. Reumer
Secretaris.