Secretari
Verkoop van in het bestemmingsplangebied "Hemrik" gelegen percelen industrieterrein.
Bijlage nr. 226. Leeuwarden, 22 mei 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Wij hebben met vijf gegadigden overeenstemming bereikt omtrent de verkoop
van de op de ter inzage gelegde tekeningen met een rode omlijning aangegeven per
celen industrieterrein.
De voorgenomen bebouwing is in overeenstemming met de in voorbereiding zijn
de herziening van het bestemmingsplan "Hemrik".
Ten aanzien van de prijzen, waartegen en de voorwaarden, waaronder deze ver
kapen kunnen plaatsvinden, mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar de hierbij
gevoegde ontwerp-besluiten.
De instemmende adviezen van de Commissie voor het Grondbedrijf zijn mede ter
inzage gelegd.
Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig de hierna afgedrukte
o itwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma, Burgemeester.
W.3.G. Reumer, Secretaris.
- 2 -
6. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan
tot die wegens uitwinning;
7. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1 J02 en 1303 van het Burgerlijk Wet
boek;
8. koper verplicht zich, zolang hij eigenaar is van het verkochte,
het eventueel na de door de gemeente Leeuwarden uit te voeren werken
overblijvende gedeelte van het niet verkochte deel van het perceel,
indien zulks door de gemeente Leeuwarden wordt gewenst, voor een
bedrag van
a. 45,76
b. 45,76
per m2 van de gemeente Leeuwarden te kopen;
9. koper is verplicht bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van het
gekochte de bedingen 8, 9 en 10 tegenover zijn onmiddellijke opvol-
ger(s) in de eigendom ten behoeve van de gemeente Leeuwarden te be
dingen en deze opvolger(s) in de eigendom te verplichten bij opvol
gende vervreemding dezelfde bedingen op te nemen;
10. bij niet-naleving van één der verplichtingen, bedoeld in de bedingen
8 en 9, verbeurt de nalatige c.q. overtreder aan de gemeente
Leeuwarden voor iedere overtreding een boete van 10.000,
deze boete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving,
zonder dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te
vinden.
Aldus vastgesteld in de openbare verga
dering van
Voorzitte