Het rapport van de Commissie inzake het functioneren van de Gemeenteraad en de positie van de Raadsleden, de Evaluatie-nota Inspraak Stadsvernieuwing en het Rapport "Evaluatie Projectorganisatie". Eijlage no. 238. Leeuwarden, 22 mei 1980. Aan de Gemeenteraad. Onlangs zijn U de in de aanhef van deze raadsbrief genoemde rapporten toege zonden. Op 8 mei 1980 heeft daarover een informatieve Raadsvergadering plaats tehad. Het verslag van deze vergadering is bij de stukken voor Uw vergadering van 2 juni a.s. gevoegd. Omtrent een belangrijk onderdeel van de in de rapporten behandelde vraag- tukken, te weten het functioneren van de projectgroepen en de contactgroepen op het gebied stadsvernieuwing hebben wij advies gevraagd aan de Raad voor de \olkshuisvesting, de Raad voor de Maatschappelijke Dienstverlening en de directie van de Dienst Stadsontwikkeling. Naar de inhoud van de betreffende dviezen, die U inmiddels zijn toegezonden, mogen wij U kortheidshalve verwijzen. Met betrekking tot een aantal aspecten van deze adviezen, voorzover daarop i iet reeds in de informatieve Raadsvergadering is ingegaan, merken wij het olgende op. De Raad voor de Maatschappelijke Dienstverlening staat blijkens haar advies ip het standpunt dat gedurende de inspraakprocedure geen beslissingen mogen wor- en genomen die het resultaat van de inspraak bij voorbaat te niet doen. In de valuatie-nota Inspraak Stadsvernieuwing wordt er voor gepleit er naar te streven iergelijke beslissingen te voorkomen. Met dit laatste kunnen wij ons verenigen. Hoewel het uiteraard aanbeveling verdient geen beslissingen te nemen die bij voorbaat de inspraak kunnen frustreren kunnen zich anderzijds, mede gelet op de vrij langdurige aard van het stadsvernieuwingsproces, situaties voordoen, waarin en beslissing is vereist, zonder dat de inspraakresultaten kunnen worden fgewacht. De Raad voor de Maatschappelijke Dienstverlening acht het voorts van belang e behandeling van de rapporten in de Gemeenteraad uit te stellen, teneinde het ude Stadswijken Overleg de gelegenheid te bieden op de inhoud ervan een reactie e geven. Wij geven U in overweging deze suggestie niet op te volgen. De Evalua- ie-nota Inspraak Stadsvernieuwing is tot stand gekomen naar aanleiding van mede oor de betrokken bewonersgroepen aangedragen knelpunten. Een eerdere versie van ie evaluatie-nota is met verzoek om commentaar aan diverse organisaties toegezon- en. Met dit commentaar is in de definitieve versie van de Evaluatie-nota, die U hans is aangeboden, rekening gehouden. De thans aan de orde zijnde rapporten zijn nmiddels aan het Oude Stadswijken Overleg toegezonden. Wij zijn van mening, dat oldoende voorbereiding heeft plaatsgevonden om verantwoord beslissingen te emen. Wij kunnen ons, mede gelet op het besprokene in de informatieve Raadsver- adering van 8 mei j.l. met de conclusies en aanbevelingen van de onderhavige apporten verenigen en zullen ter zake de nodige beslissingen nemen en zo nodig te ijner tijd nadere voorstellen aan U voorleggen. - 2 - mocht worden betaald blijft als schuld op de Vereniging rusten; over het bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks op 31 december rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde percentage als geldt voor de geldlening; 9. wijst de verlies- en winstrekening van de Vereniging over enig jaar een winstsaldo aan, dan zal de Vereniging ter voldoening van een schuld als bedoeld onder 8 aan de gemeente betalen een bedrag gelijk aan die schuld, of, zo deze hoger is dan het winstsaldo, tot een bedrag van het winstsaldo; 10. de Vereniging is verplicht de aan de geldlening en aan de garan tie-overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen; 11. de gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geld lening niet geheel is afgelost en daarenboven, hetzij de gemeente terzake van de verleende garantie een vordering op de Vereniging heeft als bedoeld in punt 8 van deze overeenkomst en welke vor dering niet is verrekend als aangegeven in punt 9 van deze over eenkomst en hetzij de Vereniging in gebreke blijft één of meer dere van de overige bepalingen van deze overeenkomst na te leven, het recht hebben om alle bezittingen van de Vereniging ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op die bezittingen rus tende lasten en verplichtingen en alle schulden der Vereniging, voor zoveel die t.b.v. die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het vermogen der stichting, benevens eventueel een naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor liquidatiekosten; 12. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel zal zijn afgelost, zo nodig nadere voorwaarden te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 476