Ten aanzien van de distributieve voorzieningen in de voedings- en genotmiddelen-sector kan worden gesteld, dat deze in het plan gebied op voldoende wijze zijn gewaarborgd. Problematisch is echter, dat het grootste deel van het winkel-areaal wordt gevormd door winkels met een bovenwijks karakter, hetgeen tot gevolg heeft, dat de specifieke buurtwinkels op marginaal niveau exploiteerbaar zijn. Uit gesprekken met de betrokken middenstanders is naar voren gekomen, dat gevreesd wordt voor omzetdaling als gevolg van de voorgenomen gewijzigde verkeersstructuur Uit de resultaten van het d.p.o. zal een nadere analyse moeten worden gemaakt in hoeverre gerichte beleidsmaatregelen op hun plaats zijn. IV. Parkeervraaqstuk Aanvankelijk bestond het idee om het parkeervraagstuk mede op te lossen in de vorm van gebouwde parkeervoorzieningen (parkeer dekken). Hiervoor zijn in het aanwijzingsbesluit de nodige stel posten opgenomen waarmee de minister in beginsel kon instemmen, zij het dat door middel van een grondgebruikanalyse het exacte aantal benodigde parkeerplaatsen nader moest worden aangetoond. In onze raadsbrief van 20 maart 1980 (bijlage no. 14-8) hebben wij uiteengezet waarom dit idee is verlaten. Zoals U bekend is in de hoofdopzet uitgegaan van een parkeernorm van 1:1. Uit een gemaakte analyse van de huidige en de toekomstige parkeer- behoefte is gebleken, dat binnen de uitvoeringstermijn (tot 1986) volstaan kan worden met een norm 0,93 1. Bij gebleken nood zaak zullen in een later stadium de ontbrekende parkeerplaatsen alsnog moeten worden gerealiseerd. V, Sociaal-culturele voorziening. In Uw vergadering van 10 maart 1980 (bijlage no. 102) hebt U ermee ingestemd, dat er een bescheiden buurtvoorziening op het scholenterrein aan de Tjerk Hiddesstraat kan worden gerealiseerd. Hierbij is toegezegd, dat omtrent de exacte situering nader overleg met betrokkenen zal moeten worden gevoerd. Voor dit project zal dan ook een bouwcommissie worden ingesteld. Deze voorziening is zodanig in de planning opgenomen, dat realisering in 1981 kan plaatsvinden, zulks in aansluiting met de nabij te bouwen nieuwe kleuterschool "De Grutto". Voor de motieven, die ten grondslag liggen aan een eerdere realisering dan in het aanwijzingsbesluit was voorzien, verwijzen wij U kortheidshalve naar paragraaf 9.2 van het rapport. - 5 - VI. Overleg met de bevolking. In hoofdstuk 10 van dit uitvoeringsrapport is verslag gedaan van de wijze waarop in overleg met de bevolking de plannen zijn tot stand gebracht. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Op 29 april en 13 mei j.l. is omtrent dit uitvoeringsplan nog een informatie-avond c.q. hoorzitting gehouden. Wij stellen U voor in te stemmen met het van gemeentewege gegeven commentaar op de reacties welke tijdens de hoorzitting nog naar voren zijn gebracht. Wij menen dan ook dat de vorm waarin het overleg heeft plaats gevonden in overeenstemming is met artikel 8 van de Beschikking Geldelijke Steun Stadsvernieuwing 1977. VII. Stand van zaken met betrekking tot de bestemmingsplannen. Voor het desbetreffende uitvoeringsgebied zijn twee bestem mingsplannen in voorbereiding t.w.: "Cambuursterpad" en "Oostersingel". Omtrent het ontwerp-bestemmingsplan "Oostersingel" heeft reeds het formeel voorgeschreven overleg ex artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening plaatsgevonden, zodat dit ontwerp-plan binnenkort ter visie kan worden gelegd en door U kan worden vast gesteld. De voorbereiding met betrekking tot het ontwerp-plan "Cambuursterpad" is zodanig gevorderd, dat mag worden verwacht dat in het najaar 1980 tot vaststelling kan worden besloten. VIII. Financiën Bij de goedkeuring van het raadsbesluit tot aanwijzing van de Schil-Oost tot Stadsvernieuwingsgebied, voor zover dit betrekking heeft op het gebied Cambuursterpad heeft de Minister van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening het ten laste van zijn departe ment komende saldo vastgesteld op een bedrag van 8,9 miljoen verhoogd met enkele P.M. posten. Het door de gemeente genoemde tekort bedroeg daarentegen 13,7 miljoen. Het verschil tussen het toegekende en het geraamde bedrag is in hoofdzaak veroorzaakt door: a. het niet opnemen van de zgn. bijzondere civieltechnische werken ad 2,3 miljoen, omdat de I.S.R. hiervoor geen suppletie toe kent op de van toepassing zijnde subsidiebeschikking van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat; b. het feit dat bepaalde werken gesubsidieerd worden door andere ministeries. In de eerste plaats betreft dit de rioleringswerk zaamheden, waarvan de kosten gesubsidieerd worden door het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Deze waren geraamd op ruim ƒ2,- miljoen. In de tweede plaats heeft het betrekking op de sociaal culturele voorzieningen, die voor 90 in de subsidietermen van C.R.M. vallen. Hiervoor was de raming 350.000, - k -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 498