Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
Naast het hierboven genoemde subsidie in het herstel van
walmuren ad 34-3.500,-- is een bijdrage geraamd ten behoeve van
het realiseren van een sociaal-culturele voorziening. Overeen
komstig de goedkeuring van het aanwijzingsbesluit komt van de
totale investering ad 240.000,-- 90 ten laste van C.R.M.,
derhalve 216.000,--.
Op blz. 54 van het rapport is dit bedrag abusievelijk vast
gesteld op 214.000,
Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
In de geraamde bijdrage van dit Ministerie zijn de kosten van
de rioleringswerken opgenomen, welke inclusief 15 directiekosten
en de uitkeringen op basis van de verfijningsregeling en exclusief
de B.T.W., totaal 1.963.615,-- bedragen.
Ook in het onderhavige geval geldt dat het voor een doelmatige
voortgang van het uitvoeringsplan noodzakelijk is, dat de beschik
kingen tijdig afkomen. Dit geldt temeer nu deze werkzaamheden
uitgevoerd moeten worden alvorens verder te kunnen met de andere
werken
Ministerie van Economische Zaken.
In het bovengenoemde saldo is geen bijdrage te verwachten van
het Ministerie van Economische Zaken. Wel is in paragraaf 9.6
een raming gegeven van de te verwachten kosten voortvloeiende uit de
Beschikking Steun Bedrijven Stadsvernieuwing 1977 (B.S.B.S.)
in casu totaal 423.000,--. In ons voorstel met betrekking tot het
vaststellen van het uitvoeringsplan voor de Binnenstad-Oost
hebben wij U reeds gewezen op de komende herziening van de
B.S.B.S.
Ministerie van Verkeer- en Waterstaat.
In navolging van de goedkeuring van het aanwijzingsbesluit
zijn in het saldo niet de kosten begrepen van de werken, die in
principe in aanmerking komen van de "Beschikking bijdragen voor
voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer en het openbaar
vervoer in en om de grote steden". De I.S.R. kent namelijk geen
suppletie toe op de door de minister van Verkeer en Waterstaat
op grond van genoemde beschikking toe te kennen subsidies.
De werken, die in de termen van deze subsidieregeling vallen zijn
geraamd in paragraaf 9.5, zij het dat de reconstructie van de
Groningerstraatweg als P.M. post is opgenomen. Eerst nadat een
nadere detaillering van deze gewenste reconstructie op basis van het
verkeersstructuur- en uitwerkingsplan is vastgesteld, kan een
zinvolle kostenraming worden opgezet.
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Rekening houdende met de hiervoor genoemde bijdragen van
de andere ministeries is de bijdrage van V.R.0. geraamd op
11.590.385,
Voorbereidingskosten
Bij zijn beschikking van 27 december 1979, no. 3218119 heeft
de Minister van V.R.0. het subsidie in de kosten van voorbe
reiding van het onderhavige verbeteringsplan op grond van
artikel 16 van de I.S.R. voorlopig vastgesteld op 688.000,--
minus 175.000,-- reeds ontvangen bijdragen is 513.000,--.
Nu het uitvoeringsplan gereed is kan de bijdrage in de
voorbereidingskosten worden vastgesteld aan de hand van de
werkelijke cijfers. De totale kosten zijn 416.122,54, waar
tegenover een reeds ontvangen subsidie op grond van de zgn.
brandbluspot en de circulaire MG 45(1977) van 175.378,
staat. Resteert derhalve een nog te ontvangen subsidie op grond
van artikel 16 van de I.S.R. van 240.744,54. Wij stellen U voor
de Minister te verzoeken overeenkomstig te besluiten.
Op grond van artikel 18 van de I.S.R. kan de Minister voor
schotten verstrekken op het door hem goedgekeurde saldo. Een
bijzondere vorm betreft het werkkapitaal, dat na goedkeuring van
het aanwijzingsbesluit op verzoek kan worden verstrekt. Bij
zijn besluit van 27 december 1979, no. 3218118 heeft de
Minister een dergelijk voorschot verstrekt van 15 van het door
hem goedgekeurde saldo, in casu 1.335.000,--. Dit werkkapitaal
gold voor de periode van 1 december 1979 tot en met 31 december
1981. De goedkeuring van het uitvoeringsplan gaat gepaard met
een faseringsschema van de betalingen dat afgestemd is op het door
de gemeente overgelegde uitvoeringsschema. De benodigde gelden
worden bij voorschot aan het begin van enig jaar verstrekt.
Gelet hierop achten wij het zinvol voor de periode tot eind 1981
een voorschot te vragen ter grootte van het geraamde tekort voor
die periode onder verrekening van het reeds verstrekte werkkapitaal.
Zoals uit het faseringsschema op blz. 59 van het hierbij behorende
rapport blijkt, is het nadelige saldo voor die periode geraamd
op totaal 4.090.000,--. Na aftrek van het reeds verstrekte
werkkapitaal ad 1.335.000,-- resteert derhalve 2.655.000,--.
Tenslotte.
Wij hebben het rapport ter kennisneming toegezonden aan de
Commissie voor het Grondbedrijf en de Raad voor de Volkshuisvesting.
Voorts hebben wij het advies ingewonnen van de Commissie voor
Welzijnsaangelegenheden en de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening.
De desbetreffende verslagen zijn ter inzage gelegd.
Resumerend stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het
hierna in ontwerp afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.3.G. Reumer
Secretaris.
- 8 -