No. 845,
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
1980 (bijlage^oT0^)^91 Eurgemeester Wethouders van 17 januari
BESLUIT
een krediet beschikbaar te stellen van f 17R nnn a
de bouw van een schuil pn o-i 7~ 75.000, ten behoeve van
ar ssssassL,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Voorzitter.
Secretaris
Vaststellen van het bestemmingsplan "Aldlan-Oost VI".
Bijlage nr. 53 Leeuwarden, 17 januari 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 26 juni 1972, nr. 7706, hebt U het globale bestemmings
plan "Aldlan-Oost" vastgesteld. Ingevolge dit bestemmingsplan is de zuid
oostelijke hoek van dit plangebied bestemd voor woningbouw. Ons college
moet deze bestemming overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening uitwerken, in die zin, dat 30 tot 40 woningen per hectare in het
plan moeten zijn opgenomen.
Bij de behandeling van het uitwerkingsplan "Aldlan-Oost IV" is vanuit
de Commissie Grondbedrijf de wens geuit om voor de onderhavige zuid-ooste
lijke hoek van het plangebied Aldlan-Oost meer mogelijkheden voor ruimere
bouwterreinen te creëren. Wij achten deze wens in verband met de behoefte
aan dergelijke kavels reëel en hebben een plan ontworpen, dat voor
ziet in de bouw van 26 woningen, deels vrijstaand, deels 2 onder één kap.
De bebouwingsdichtheid bedraagt ca. 10 woningen per hectare.
Als gevolg hiervan kan nu, i.v.m. de bebouwingsdichtheid, geen gebruik wor
den gemaakt van de uitwerkingsbevaegdheid, zodat een gedetailleerd bestem
mingsplan door moet worden vastgesteld. Kortheidshalve verwijzen wij U
voorts naar de toelichting op het plan.
Het ontwerp-plan heeft met ingang van 4 september 1979 gedurende een
maand voor een ieder ter inzage gelegen.
In Uw vergadering van 10 december 1979 hebt de beslissing omtrent de
vaststelling van dit bestemmingsplan verdaagd tot uiterlijk 3 april 1980.
Tegen het ontwerp-plan zijn twee bezwaarschriften ingediend, namelijk:
a. door de bewoners van. Heggewinde 33 t/m 51 en
b. door de eigenaren van Eroskepölle 8, 10, 11 en 12, alsmede een als bij
lage bedoelde brief van de .eigenaar van Froskepólle 8.
De bezwaarschriften zijn tijdig ingediend, zodat alle reclamanten in
hun bezwaren kunnen worden ontvangen.
Ad a. Reclamanten zijn van mening, dat de ten zuiden van de Heggewinde
nieuw te bouwen woningen te dicht bij hun percelen zijn gesitueerd. Voorts
hebben zij er bezwaar tegen, dat op de bij deze woningen behorende erven,
die grenzen aan hun voortuinen, bijgebouwen, alsmede schuttingen met een
hoogte van maximaal 2 m mogen worden gebouwd. Zij vrezen, dat als gevolg
hiervan hun woongenot zal worden aangetast. Zij zijn van mening,
dat een ruimere afstand tussen hun woningen en de nieuwe geprojecteerde wo
ningen in acht dient te worden genomen en doen een beroep op U het plan
zodanig te wijzigen, dat aan hun verlangens, wordt voldaan. In dit verband
hebben zij een suggestie ingediend voor een andere verkaveling van dit ge
deelte van het plangebied.
Ten aanzien van deze bezwaren merken wij het volgende op.
Wij hebben laten onderzoeken of aan de door reclamanten voorgestelde
verkaveling eventueel medewerking zou kunnen worden verleend. Wij zijn
echter tot de conclusie gekomen, dat deze verkaveling inderdaad de bezwa
ren van deze bewoners wegneemt, maar dat hierdoor een ongunstige situatie
bij de daaraan grenzende woningen ontstaat. Enkele nieuwe woningen zouden
namelijk onderling op nog kortere afstand van elkaar worden gesitueerd
dan nu het geval is t.a.v. de woningen Heggewinde 33 t/m 51 eri daarvan
ten oosten geprojecteerde woningen. De voorgestelde wijziging van het
stratenpatroon heeft onder meer tot gevolg, dat enkele nieuwe woningen aan
drie zijden begrensd zouden worden door een weg of pad, hetgeen onaanvaard
baar is.
I Oh
9