Concept 11 september 2002
HÉB
Bedrijfsvoering in Beeld
INLEIDING
Achtergrond en aanleiding
Naar aanleiding van problemen rond de Onroerend Zaak Belasting is in de tweede helft
van 2001 een 'zelfanalyse risicogebieden' uitgevoerd. Als vervolg daarop is een intern
traject gestart om de belangrijkste risico's beheersbaar te maken. Ook heeft in de eerste
helft van 2002 een vijftal audits plaats gevonden op de gebieden waar de organisatie
verwacht grote risico's te lopen. In de commissie Bestuur en Middelen van 19 juni 2002
zijn de bevindingen van de audits gerapporteerd, samen met een voortgangsrapportage
over het interne traject.
Voorliggend plan van aanpak is in wezen het eerste bedrijfsvoeringprogramma.
Daaronder verstaan we: een verzameling samenhangende, planmatig georganiseerde
herstel- en verbetermaatregelen die gericht zijn op een blijvende kwaliteitsverbetering
van de totale bedrijfsvoering met een organisatiebrede focus.
Investeren in de bedrijfsvoering is noodzakelijk om de uit de audits gebleken
achterstand in te lopen en zo de bedrijfsvoering in evenwicht te brengen met de ambities
uit het collegeprogramma en de stadsvisie. Deze investering, het woord zegt het al, kost
tijd en geld. Een eerste raming daarvan is opgenomen in dit plan van aanpak, een nadere
uitwerking zal binnenkort per project aan de directieraad worden voorgelegd. De
dekking van de kosten is meegenomen in de Perspectiefnota, daarom is dit plan van
aanpak gelijktijdig geagendeerd.
Doel plan van aanpak
Voorliggend plan van aanpak heeft tot doel om geleidelijk structuur en samenhang aan
te brengen tussen alle lopende en te starten projecten ter verbetering van de
bedrijfsvoering. Per onderdeel wordt aangegeven wat er concreet bereikt zal worden,
wie verantwoordelijk is, welke doorlooptijd, capaciteit en middelen beschikbaar zijn.
Aan de hand van deze planning is vervolgens rapportage en voortgangsbewaking
mogelijk. Ook is het plan bedoeld als communicatiemiddel met alle betrokkenen.
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 worden de context en de begrenzing van het bedrijfsprogramma
geschetst. Daarna volgen in hoofdstuk 2 de probleemstelling en de doelen van het
bedrijfsprogramma. Hoofdstuk 3 presenteert de onderkende projecten en schetst hun
samenhang. Hoofdstuk 4 gaat in op de projectorganisatie, waarna kort wordt stil gestaan
bij de kosten, de risico's en de communicatie.