Beleidsverslag Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2001
3.3 Handhaving
Het LA T-project
De gemeenten Leeuwarden, Apeldoorn en Tilburg hebben in september 2000 van de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toestemming en budget gekregen om,
binnen de bestaande wettelijke voorschriften, uitvoeringsregels en uitgangspunten van
het gemeentelijk handhavingsbeleid, gedurende twee jaar te experimenteren met een
hoogwaardig preventief handhavingsbeleid.
Het naar de samenwerkende gemeenten genoemde LAT-project heeft een tweetal
concrete doelstellingen:
1. Het verhogen van de klantvriendelijkheid, "leuker kunnen we het niet maken, wel
makkelijker";
2. Het verbeteren van de eigen uitvoeringspraktijk, voor wat betreft de efficiency en
doeltreffendheid.
Het uiteindelijke doel is om via een efficiënter en transparanter beleid te bereiken dat de
spontane naleving bij cliënten van de wet- en regelgeving vergroot wordt en dat met
herinrichting en aanpassing van bestaande werkprocessen een betere dienstverlening en
meer ruimte voor activering kan ontstaan.
Het LAT-project bestaat uit vier, met elkaar samenhangende deelprojecten.
Deze deelprojecten zijn gericht op:
1Het beter en vroegtijdig informeren van cliënten, zodat een juist beeld ontstaat van
rechten en plichten en daarmee van de verwachtingen.
2. Het vergroten van de acceptatie door de cliënten van wet- en regelgeving door het
optimaliseren van de dienstverlening en het wegnemen van onnodige
organisatorische belemmeringen.
3. Vroegtijdige opsporing en afhandeling van fraudesignalen met behulp van
risicoprofielen. Deze profielen zijn enerzijds gebaseerd op een persoonlijke situatie
van de individuele cliënt en anderzijds op risicoanalyses.
4. De daadwerkelijke sanctionering.
In het kader van het eerste deelproject is in 2001 een informatiemap ontwikkeld voor de
cliënten om informatiemateriaal en formulieren op te bergen. Op zich wordt de map als
nuttig en informatief ervaren. Voor wat betreft vulling en distributie is verbetering
mogelijk. Wat betreft de dienstverlening op maat is een aantal administratieve drempels
geslecht, zoals het periodieke heronderzoek rechtmatigheid en de verplichte inlevering
van het maandelijkse zogenaamde inkomstenformulier. Hiervoor in de plaats zijn
gekomen het wijzigingsformulier en het statusformulier.
Daarnaast zijn in het kader van het derde deelexperiment protocollen ontwikkeld om te
komen tot controle op maat middels thema- en steekproefcontroles en de vaststelling
van risicoprofielen. In 2002 zal hiermee worden geëxperimenteerd.
Uit een eerste meting blijkt dat al wel consequenter dan voorheen sancties en
maatregelen worden opgelegd bij overtreding van voorschriften maar dat hier nog
behoorlijke winst mee te boeken valt in 2002.
Het experiment loopt nog gedurende het hele jaar 2002 en zal aan het eind worden
geëvalueerd.
14
Beleidsverslag Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2001
Fraudebestrijding
Sociale Zaken is één van de 16 pilotgemeenten die werkt met het Inlichtingenbureau.
Zogenaamde witte fraude kan door de gegevensuitwisseling met dit bureau sneller en
doeltreffender worden opgespoord. De inzet van sociale recherche wordt door deze
gegevensuitwisseling verlegd naar de opsporing van zwarte fraude en adresfraude.
Daarnaast wordt de sociale recherche meer en meer ingezet ter ondersteuning van
casemanagers om de fraudepreventie te verbeteren. In totaal is er in 2001 ruim
325.000, - aan bruto fraudebedragen opgespoord.
De gemeente Leeuwarden voert de sociale recherche uit voor ook nog 9 andere
gemeenten in Friesland. In bijlage 3 treft u de kerngegevens over deze activiteiten in
2001 aan.
3.4 Cliëntenparticipatie
Vanaf middenjaren '80 heeft de gemeente Leeuwarden in goed overleg met
cliëntenorganisaties ervoor gekozen om cliëntenparticipatie vorm te geven door middel
van overleg met vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties. Dit overleg vindt
gemiddeld 10 keer per jaar plaats. Langs deze weg krijgt de cliëntenraad de
mogelijkheid om haar reactie/advies op relevante beleidsvoorstellen in te brengen in de
commissievergaderingen Op deze wijze is de inbreng van (vertegenwoordigers van)
cliënten gewaarborgd.
In 2001 heeft de cliëntenparticipatie een ontwikkeling ondergaan. In goed overleg met
de bestaande cliëntenraad is besloten ook 5 individuele rechtstreeks gekozen cliënten
zitting te laten nemen in de cliëntenraad. Hiervoor is een advertentie/vacature geplaatst.
Uit meer dan 50 aanmeldingen heeft een selectiecommissie uit de cliëntenraad 5
personen geselecteerd. Deze hebben zitting genomen in de raad. Daarnaast is er besloten
om een onafhankelijk voorzitter aan te stellen die de bijeenkomsten leidt. In november
2001 is voor het eerst in de nieuwe samenstelling overleg gevoerd met de cliëntenraad.
In 2001 is 10 keer een overlegvergadering gehouden. Over de volgende onderwerpen is
één of meerdere malen overleg gevoerd: het LAT-project, de CWI-vorming en de
vormgeving van cliëntenparticipatie daarin, belastingherziening, reïntegratiebeleid,
armoedebeleid, beleidsverslag en beleidsplan, het verbetertraject en de Lokale Agenda
voor de Toekomst.
In de Lokale Agenda voor de Toekomst is heeft de gemeente zich voorgenomen om
zich in te zetten voor een vorm van cliëntenparticipatie die de gehele keten van zorg,
activering en arbeidstoeleiding betreft. In dit kader heeft de vestigingsmanager van het
CWI in 2001 al 2 keer aan het overleg deelgenomen.
Klanttevredenheidsonderzoek reïntegratie
In 2001 heeft er voor het eerst een onderzoek plaatsgevonden naar de tevredenheid van
trajectdeelnemers ten aanzien van de dienstverlening van gemeente en
reïntegratiebedrijven, de behaalde resultaten en het toekomstperspectief van de
trajectdeelnemers. Het onderzoek is uitgevoerd door het Centrum voor Arbeid en Beleid
en had betrekking op de nieuwe instroom van fase 2/3 cliënten in de eerste 9 maanden
van 2000. De belangrijkste conclusies van het onderzoek waren:
15