Bestrijding voor-
en vroegtijdig
schoolverlaten
100.000
Monitoring en evaluatie
50.000
opzetten van
een monitor;
uitvoerings
kosten
Reservering
onvoorzien
50.000
b. v.
in te zetten
t.b.v kort
lopende pro-
j ecten
Het gaat hier om indicatieve bedragen. Aan de hand van de
concrete plannen zal het beschikbaar te stellen bepaald
moeten worden. Volledigheidshalve wordt hier opgemerkt dat
de gemeenteraad bij besluit van 17 januari 2000 een reserve
onderwijsachterstandenbeleid heeft ingesteld. Deze bestem
mingsreserve is o.a. bedoeld om fluctuaties in de uitgaven
op te kunnen vangen. Het is mogelijk dat in een bepaald
jaar minder uitgaven gepland zijn, terwijl in een jaar
daarna extra activiteiten worden uitgevoerd. Op deze manier
blijven de rijksmiddelen voor het goa, die (nog) niet
direct zijn uitgegeven, beschikbaar voor het doel waarvoor
ze beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hier om een
voorwaarde die het rijk aan gemeenten stelt.
6. Procedure uitwerking thema's.
In de paragrafen 4 en 5 is aangegeven aan welke thema's in
de komende beleidsperiode aandacht zal worden besteed en
welke middelen er per thema beschikbaar worden gesteld.
In de komende maanden (de periode november 2002 - februari
2003) zullen in overleg met het onderwijsveld voorstellen
worden ontwikkeld voor een concrete uitwerking.
Het gaat dan om een uitwerking van de volgende thema's:
Uitbreiding we (incl. de mogelijkheden van een
voorschool etc.);
Verbreding buurtschool-ontwikkeling naar andere wijken;
Versterking eerste zorgniveau primair onderwijs
Taalbeleid (versterking onderwijs in de Nederlandse
taal
*1' Bestrijding voortijdig schoolverlaten
Monitoring en evaluatie.
Per thema zal een plan van aanpak moeten worden opgesteld,
waarin tenminste wordt aangegeven:
op welk probleem richt het plan van aanpak zich;
op welke periode heeft het plan van aanpak betrekking;
welke doelen worden er gesteld in relatie tot de
uitgangssituatie (zo mogelijk geformuleerd volgens de
zogenoemde SMART-principesSpecifiek, Meetbaar,
Acceptabel, Resultaatgericht, Tijdgebonden)
welke middelen worden ingezet;
wie zijn betrokken bij de uitvoering;
wie is verantwoordelijk voor de uitvoering;
welke activiteiten worden uitgevoerd om de doelen te
bereiken;
op welke wijze worden resultaten inzichtelijk gemaakt;
hoe vindt de inhoudelijke en financiële verantwoording
aan de opdrachtgever (i.e. het College) plaats.
15