Blad 4
De belangrijkste aanbevelingen van de reïntegratiebedrijven
zijn:
de toepassing van het stipejild zodanig te verbreden,
dat het naast trajectgerelateerde onkostenvergoeding
ook een instrument kan zijn om tijdens het traject de
deelnemer met kleine beloningen in natura te stimuleren
om dóór te gaan en het traject af te maken;
geen verschil meer te maken in hoogte van het stipejild
naar gelang de fase-indeling van de cliënt.
3Voorstel
Gezien de bevindingen uit de evaluatie stellen wij u voor
om het beleid inzake stipejild op enkele onderdelen bij te
stellen
Ondanks de flinke onderbesteding tot nu toe voorziet het
stipejild als onkostenvergoeding in een behoefte. Er is dus
reden om dóór te gaan. Elke deelnemer die onkosten maakt
moet in principe voor vergoeding daarvan in aanmerking
kunnen blijven komen.
De ervaringen met de verstrekking van stipejild op zichzelf
zijn positief. De onkostenvergoeding voorziet in een
behoefte om financiële belemmeringen tijdens het traject
snel en effectief weg te nemen.
Soms kan tijdens het volgen van het traject ook behoefte
bestaan aan een instrument waarmee houding en gedrag van de
deelnemer positief wordt beïnvloed zónder dat er onkosten
zijn gemaakt. Kleine attenties in natura zoals een VVV-bon,
een bos bloemen, kunnen dan een stimulans voor de deelnemer
zijn om het traject te voltooien.
Daarom wordt voorgesteld om de vergoedingsregeling
nadrukkelijk uit te breiden met de mogelijkheid om tijdens
het traject kleine attenties in natura ter stimulering aan
de deelnemer te verstrekken.
Ook stellen wij voor het benutten van het stipejild nog
meer te stimuleren door intensievere informatie en
voorlichting
Hoewel een bepaalde toename van het gebruik van stipejild
in de toekomst wel valt te verwachten, zal niet voor iedere
trajectdeelnemer het volledige beschikbare bedrag ook
ingezet hoeven te worden. Het is dus niet reëel om te
blijven koersen op maximale benutting door alle
traj eetdeelnemers
Daarom wordt ook voorgesteld om het totaal beschikbare
budget voor stipejild anders in te zetten en te
bewerkstelligen, dat het gebruik van nog geen 20%
aanzienlijk zal toenemen. In de contracten voor 2003 dient
daar nadere invulling aan te worden gegeven.
Blad 5
Tenslotte blijkt het onderscheid naar de fase, waarin de
deelnemer is ingedeeld, voor het maken van verschil in
maximale hoogte van het bedrag 227,- resp. 454,-)
niet terecht. Ongeacht de indeling in fase kan men vroeger
of later in het traject tegen lagere of hogere kosten
oplopen. Ook de hoogte van het bedrag blijkt in individuel
gevallen niet altijd toereikend te zijn.
Daarom wordt voorgesteld om voor de hoogte van de
vergoeding geen onderscheid meer te maken naar de fase
indeling van de deelnemer.
Tevens wordt voorgesteld om de onderscheiden maximale
vergoedingen te vervangen door één verhoogd maximaal bedra
van 900,- per deelnemer, aan te wenden voor onkosten
vergoeding én attenties in natura.
Deze voorgestelde financiële bijstelling is gezien het
aantal nieuwe trajectdeelnemers in 2003 en 2004 geraamd
op 950 per jaar) goed realiseerbaar binnen het beschikbare
budget voor het stipejild onder gelijktijdige toename van
het huidige feitelijke gebruik van nog geen 20% naar 40%
van het beschikbare geld. Omdat niet iedere traject
deelnemer het volledige bedrag van 900,- nodig zal
hebben, zal het gebruik naar aantal deelnemers zelfs hoger
kunnen zijn dan 40%.
Gezien de relatief korte ervaring met het stipejild zal in
2004 weer een evaluatie worden uitgevoerd. Dan dient
opnieuw aan de werking en benutting en,voorzover mogelijk,
ook aan de feitelijke effectiviteit van het stipejild
aandacht te worden besteed.
4Financiering
De uitgaven voor stipejild ten laste van de hiervoor
beschikbaar gestelde middelen worden geheel gedekt door
rijksmiddelen (WIW middelen voor scholing en activering)
De voorstellen kunnen volledig binnen de beschikbare
rijksmiddelen worden gedekt.