Blad 2 f. passagiersschip: g. drijvend werktuig: h. sleepboot: i. pleziervaartuig: jwoonschip k. laadvermogen: 1. ton: m. m2 oppervlakte: n. gebruik van de haven o. havenmeester: p. dag: q. 7, 14, 21 dagen: r. een maand: s. kwartaal: t. halfjaar: u. jaar: v. Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2000: een vaartuig, dat middel van open baar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsma tige vervoer van personen; een vaartuig in gebruik als drij vende bok, kraan, baggermolen of zandzuiger; een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen; een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor recreatie; een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning; het in tonnen uitgedrukte verschil tussen zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van net ledige schip; een massa van 1.000 kilogram; het product van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig het in artikel 2 bedoelde gebruik van de aldaar bedoelde voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen of voorzieningen; de havenmeester van de gemeente ueeuwarden of diens plaatsvervanger; een aaneengesloten tijdvak van 24 uren; een aaneengesloten tijdvak van resp. 7, 14 en 21 dagen; het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalendermaand tot en met ae (n-l)e dag in de volgende kalen dermaand; een aaneengesloten periode van drie maanden; een aaneengesloten periode van zes maanden een aaneengesloten periode van 12 maanden; op grond van artikel 5.3.3.2, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden zijn door het college van burgemeester en Blad 3 wethouders ligplaatsen aangewezen waar met name genoemde categorieën vaartuigen ligplaatsen mogen innemen of mogen aanleggen; w. klasse 1: gemeentelijke ligplaats met sanitaire voorzieningen (inclusief douches), watertappunten en afvalcontainers gelegen nabij de binnenstad. Deze ligplaatsen bevinden zich tussen de Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug en de Noorderbrug; x. klasse 2: gemeentelijke ligplaats met sanitaire voorzieningen (exclusief douches), afvalcontainers en een watertappunt, niet gelegen nabij de binnenstad. Deze ligplaatsen bevinden zich aan de oever van de Froskepólle grenzend aan het Woudmansdiep; y. klasse 3: gemeentelijke ligplaats zonder sanitaire voorzieningen en afvalcontainers. Alle overige locaties die genoemd worden in artikel 4, de onderdelen a, b, c en e van het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2CC0. Aard van de belasting en belastbaar feit Artikel 2 Onder de naam "havengelden" wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming met vaartuigen van voor de openbare dienst bestemde in de gemeente gelegen openbare vaarwaters, kaden en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer en/of onderhoud of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, aie in het beheer en/of cndernoud zijn bij de gemeente aan wel net gebruik van ae door of vanwege de gemeente aangebrachte voorzieningen, op de locaties als genoema in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2000. Belastingplicht Artikel 3 De havengelden worden geheven van de eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker van een vaartuig, of degene

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 421