Blad 4
de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de
Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een voor
administratief beroep bij het college van burgemeester
en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en
uitbetaald aan degene die om kwijtschelding verzoekt.
4. De in artikel 8 bedoelde heffing naar tijdsgelang
wordt berekend alsof de lokale lastenvermindering niet
zou zijn toegepast.
Tijdstip van betaling en betaling in termijnen
Artikel 9
1. De aanslag moet worcen betaald binnen dertig dagen na de
dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het
bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen 2.500,- of minder
bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel
van automatische betalingsincasso kunnen worden
afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zes
gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na
de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de
volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene Termijner.wet is niet van toepassing op de in
de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk 3
Reinigingsrechten
Aard van de heffing en belastbaar feit
Artikel 10
Onder de naam "reinigingsrechten" woraen rechten geheven
zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur
verstrekte diensten als voor het gebruiK van voor de
openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of
inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud
zijn.
Belastingplicht
Artikel 11
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan
wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van
Blad 5
degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen
gebruik maakt.
Maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 12
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de
tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze
verordening behorende tarieventabel
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van
een in de tarieventabel genoemde eenheid ais een volle
eenheid aangemerkt.
Belastingjaar
Artikel 13
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Wijze van heffing
Artikel 14
De rechten bedoeld ir. hoofdstuk 2 van de tarieventabel
worden geheven bij wege van aanslag.
Ontstaan van de belastingschuld en de heffing
naar tijdsgelang voor de maandelijkse en
jaarlijkse verschuldigde rechten
Artikel 15
1. De recr.ten, beaoelo in hoofdstuk 2 var. de tariever.taoel
zijn verscnuldiga bij het begin van het belastingjaar
of, zo dit later, is bij de aanvang van de Delastmg-
plicht
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belas
tingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
schuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van
de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblij ven
1Indien de belastingplicht in de loop van het belas
tingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
schuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van