PROGRAMMA ONVOORZIEN (20)
Blad 90
In de begroting is voor incidentele onvoorziene tegenvallers een bedrag
opgenomen van 306.000.
Eveneens is in de begroting een bedrag opgenomen voor structurele
tegenvallers (taxatieverschillen) groot 213.000.
Van de posten onvoorzien en taxatieverschillen kan het volgende overzicht
worden gegeven:
Lasten
2001
realisatie
2002
2003
2004
2005
2006
Onvoorzien e.d.
52
541
519
595
651
706
Baten
2001
realisatie
2002
2003
2004
2005
2006
Onvoorzien e.d.
5
Onder overige dekkingsmiddelen is voorts nog een structurele stelpost van
rond 454000 per jaar opgenomen.
Blad 91
2.2 Paragrafen
2.2.1 Weerstandsvermogen
Onder het weerstandsvermogen verstaan wij de mate waarin wij in staat zijn
omvangrijke tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid moet worden
aangepast
Het weerstandsvermogen wordt enerzijds bepaald door de weerstandscapaciteit
ofwel de beschikbare middelen om omvangrijke tegenvallers op te vangen en
anderzijds door de risico's.
Het weerstandsvermogen is de afgelopen maanden negatief beïnvloed. De
weerstandscapaciteit nam af door de principe toezegging door de Raad 10
miljoen beschikbaar te stellen voor de magneetzweeftreinDaarmee werd het
nog vrij te besteden deel van de bestemmingsreserves kleiner. De risico's
namen toe door de vertragingen in de grondexploitatie projecten en de
rechterlijke uitspraken rond het grondexploitatieproject Blitsaerd.
Ondanks deze ontwikkelingen beschouwen wij de omvang van ons
weerstandsvermogen als acceptabel. Het berekende niveau van de
weerstandscapaciteit wordt vooralsnog voldoende geacht ten opzichte van de,
hieronder weergegeven en moeilijk tot niet te kwantificeren, risico's. Wij
gaan er daarbij van uit dat niet alle risico's (gelijktijdig en in volle
omvang) tot tegenvallers zullen leiden.
In paragraaf 3.2.3 "Beoordeling financiële positie" gaan wij nader in op
het belang van de sociaal-economische ontwikkeling stimulerende
investeringen voor het weerstandsvermogen. Daarin geven wij aan dat wij een
hoog investeringsniveau van groter belang achten voor het
weerstandsvermogen van de gemeente op langere termijn dan hogere
voorzieningen en reserves.
Daarbij dient de hoogte van de reserves en voorzieningen uiteraard in een
redelijke verhouding te staan tot de te lopen risico's.
2.2.1.a Weerstandscapaciteit
Bij de weerstandscapaciteit kan onderscheid gemaakt worden tussen
structurele weerstandscapaciteit, de mogelijkheid om jaarlijks terugkerende
tegenvallers op te vangen en incidentele weerstandscapaciteit, de
mogelijkheid om eenmalige stroppen op te vangen.
De structurele middelen om tegenvallers op te vangen zijn beperkt.
Deze structurele middelen kunnen zijn:
Onbenutte belastingcapaciteit
In de begroting opgenomen structurele bedragen voor onvoorzien
Voor de bepaling van de eventuele onbenutte belasting-capaciteit gaan wij
uit van de norm voor artikel 12 gemeenten (gemeenten die bij het rijk
aankloppen voor extra steun, omdat zij hun eigen financiële problemen niet
meer kunnen oplossen)
Deze norm gaat ervan uit dat de rioolheffing en afvalstoffenheffing
kostendekkend moeten zijn en de onroerendzaakbelasting ten minste 6,30
moet bedragen per waarde eenheid van 2268.
In deze begroting wordt voorgesteld de afvalstoffenheffing weer
kostendekkend te maken, met uitzondering van de Zalmsnip en de kosten van
de concernoverheadAls wij de tarieven onroerendzaakbelasting verminderen
met 100» van de kosten riolering blijft het tarief nog altijd boven de
artikel 12 norm. De conclusie kan dan ook zijn dat de gemeente geen
onbenutte belastingcapaciteit kent.