Inleiding
Voor u ligt de evaluatie van het Jaarprogramma
Duurzaamheid 2001-2002. In 2001 is gekozen voor
het opstellen van een duurzaamheidsplan voor een
periode van 5 jaar als opvolger van het
milieubeleidsplan 1996-2000. Het
duurzaamheidsplan voorziet in een integrale
aanpak: duurzame ontwikkeling als balans voor de
sociale, de economische en de fysieke
ontwikkelingen in de stad.
Successen:
Leeuwarden heeft in 2001 op een drietal
duurzaamheidsthema's aanzienlijke landelijke
resultaten geboekt. We scoren met het
duurzaamheidsbeleid ontzettend goed. Zo kreeg
Leeuwarden in 2001 haar derde Energy-award, als
blijk voor de positieve gemeentelijke inzet op het
energie- en klimaatbeleid. Leeuwarden is hierdoor
uniek in Nederland. De inzending van Verkeer
"Aanbesteding openbaar vervoer met bindende
energie-eisen" kreeg op de awarduitreiking een
tweede prijs.
Het waterplan, de Blauwe Diamant, is sinds de start
in 2000 de voedingsbodem gebleken van
succesvolle projecten op het gebied van stedelijke
vernieuwing. In 2001 kreeg het voor verschillende
onderdelen veel (financiële) waardering. Het
project de Potmarge kreeg landelijke ondersteuning
als IPSV voorbeeld, met een honorering van bijna
700.000,-. Als Kompasaanvraag werden we
beloond met bijna 2 miljoen euro voor het bredere
project Stadsgrachten, Potmarge, Friese meren en
Binnenstad Nieuwe Stad.
Ook kreeg de gemeentelijke handhaving, waaronder
de milieuhandhaving, landelijke aandacht. Het
voorstel voor de nieuwe handhavingsaanpak is door
het ministerie van Justitie landelijk uitverkoren als
beste voorstel. Hiervoor is een stimuleringsprijs van
45.000 toegekend.
Evaluatie:
Doordat het duurzaamheidsplan in juli 2001 is
vastgesteld, is in de tweede helft van 2001
begonnen met het uitvoeren van het nieuwe
programma en de realiseren van de doelstellingen.
De evaluatie van het jaarprogramma duurzaamheid
2001 betreft dan ook de tweede helft van 2001.
Voor het overige heeft de evaluatie betrekking op
de activiteiten die voortvloeien uit het tot 1 juli
2001 vigerende milieubeleidsplan.
In het jaarprogramma staan naast tal van reguliere
taken ook veel projectmatige activiteiten op de
kalender. Er wordt gesignaleerd dat er een
verschuiving plaats vindt van de uitvoering van de
reguliere (vaak wettelijk verplichte) taken naar
meer projectmatige activiteiten. Deze laatste
vloeien veelal voort uit de beleidsimpulsen
(politieke wensen) en succesvolle projecten.
Hierdoor wordt een "eigen" vraag geschapen, en
daardoor de uitdaging om meer voor het milieu en
de kwaliteit van de leefomgeving te bereiken dan
wettelijk strikt noodzakelijk is. Naast de zeer
positieve resultaten die hiermee worden bereikt,
leidt dit tot een toenemende werkdruk waarbij de
uitvoering van de reguliere taken steeds meer onder
druk komt te staan. Als voorbeeld neemt de vraag
om informatie over het gemeentelijk energiebeleid
en ook het succesvolle waterbeleid toe, terwijl de
schaarse capaciteit die hiervoor beschikbaar is,
alleen maar ten dienste staat van de uitvoering van
de projecten zelf. Om hier enigszins op in te kunnen
spelen is in de jaarplanning voor 2003 het aantal
duurzaamheids thema's met bijbehorende
doelstellingen zodanig gekozen dat kan worden
voldaan aan de primaire (wettelijke) taken.
Aangezien het jaarplan duurzaamheid in principe
een meerjarenprogramma is, zullen enkele
projecten meerdere jaren beslaan. In deze evaluatie
wordt de stand van zaken kort geschetst. Belangrijk
geplande duurzaamheidsimpulsen zoals "Het
werken met het duurzaamheidskader" zijn door
inbreng in Leeuwarden Zuid en de Vrijheidswijk
voortvarend van start gegaan. Dit leidt in de loop
van 2002 tot resultaten.
Uiteindelijk zal er via duurzaamheidsmonitoring
een verdere stroomlijning plaatsvinden van het
rapporteren van resultaten. In 2001 is er een
verkenning gestart naar monitoringsinstrumentaria.
Het door de VNG in 2001 ontwikkelde software
pakket "Gemeentelijke Milieu Monitor Manager"
(GMMM) is belangrijk voor de beleidsmonitoring.
In dit monitoringsinstrument zitten ook de
indicatoren mede ontwikkeld door de Friese Milieu
Federatie. De manier van rapporteren zal de
komende jaren (zie jaarprogramma 2003) steeds
kwantitatiever worden.
Voor de concrete duurzaamheidsaspecten in bouw
en herstructureringsplannen dient volgens "het
werken met het duurzaamheidskader" een
omgevingsmonitor voor duurzaamheid ontwikkeld
te worden. Met TNO zijn hierover de eerste
gesprekken gevoerd.
Leeswijzer:
Als leeswijzer voor deze evaluatie is per hoofdstuk
voor de volgende opbouw gekozen:
1/ Inleiding
2/ Activiteiten en doelen
3/ Evaluatie 2001.
In de bijlage is per thema in tabelvorm de
voortgang of zijn de resultaten samengevat.
Evaluatie Jaarprogramma DZH 2001
3