Blad 8
gronden...", terwijl op de kaart de gronden zijn aan
geduid als "Maatschappelijke doeleinden". Dit dient
met elkaar in overeenstemming te worden gebracht.
Voorgesteld wordt dan ook het bepaalde in lid A van
artikel 6 te wijzigen in: De op de kaart voor maat-
schappelijke doeleinden aangewezen gronden.
4. Vervolgens wordt voorgesteld de onder lid F van artiki
6 opgenomen vrijstelling op het gebruik te schrappen.
Middels deze bepaling kunnen gebouwen voor onderwijs
doeleinden gebruikt worden voor sociaal culturele
doeleinden en /of voor dienstverlenende bedrijven. De
ze vrijstelling is overbodig gelet op juist de behoef
te aan ruimte voor onderwijsdoeleinden. Het ligt dan
ook niet voor de hand te veronderstellen dat zo'n si
tuatie zich zal voordoen.
Voorgesteld wordt dit artikellid te verwijderen en het
daarop volgende lid te vernummeren van lid H in lid F
5. Tenslotte dient lid 1 van artikel 17 (Procedureregels
wijzigingsbevoegdheid) te worden aangepast, omdat de
verwijzing naar de genoemde artikelen onjuist is. In
plaats van de genoemde artikelen 5 en/of 7 dient arti
kei 6 en/of 9 genoemd te worden.
Voorgesteld wordt lid 1 van artikel 17 conform het vo
renstaande aan te passen.
VI. Voorstel
Onder vermelding dat dit voorstel deel zal uitmaken van de
toelichting op het bestemmingsplan stellen wij uw raad re
sumerend voor:
1. het ontwerp-bestemmingsplan "Hofsingel", zoals dat
met ingang van 29 november 2001 gedurende vier weken
ter inzage heeft gelegen, met inachtneming van de
ambtshalve wijzigingen vast te stellen;
2. de ingekomen zienswijze ongegrond te verklaren.
Op grond van het vorenstaande bieden wij u hier bijgaand
het ontwerp-besluit ter vaststelling aan.
Leeuwarden, 5 december 2002
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
ir. Sk. A. Brouwers, secretaris.
Nummer 28 0 60
RPB/TH
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
OVERWEGENDE
dat het ontwerp-bestemmingsplan "Hofsingel" overeenkomstig
het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening met ingang van 29 november 2001 gedurende vier
weken met alle bijbehorende stukken voor een ieder ter
inzage heeft gelegen;
dat met betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan
schriftelijk zienswijzen kenbaar zijn gemaakt;
dat de inbrengers van de zienswijzen op 4 december 2002 in
de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen nader toe te
lichten bij de Commissie voor Stadsontwikkeling, fungerend
als hoorcommissie namens de gemeenteraad;
dat ten aanzien van de besluitvorming over de zienswijzen
door Burgemeester en Wethouders een met redenen omkleed
voorstel aan de raad is gedaan, zijnde het voorstel met
betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan
"Hofsingel", d.d. 5 december 2002 (bijlage nr. 202);
dat de raad zich kan verenigen met het voorstel van het
college van Burgemeester en Wethouders en de daaraan ten
grondslag liggende motieven ten aanzien van de zienswijzen,
alsmede de ambtshalve wijzigingen, en de naar aanleiding
daarvan voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het
ontwerp-bestemmingsplan;
gelet op het bepaalde in artikel 25 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening;
BESLUIT:
I. op de kenbaar gemaakte zienswijzen te beslissen
overeenkomstig het bij dit besluit behorende voorstel
van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 5
december 2002;