Kadernota Welslandsbeleid
Kadernota Welstandsbeleid
2 GEVOLGEN WIJZIGING WONINGWET
2.1 Nieuwe categorie-indeling
In de bestaande wet worden drie categorieën bouwwerken onderscheiden:
vergunningvrije,
meldingplichtige en
vergunningplichtige bouwwerken.
In de gewijzigde wet vervalt de categorie meldingplichtige bouwwerken. Een deel
daarvan zal worden ondergebracht bij de categorie vergunningvrije bouwwerken en het
overige deel zal tezamen met vergunningplichtige bouwwerken worden verdeeld in
twee nieuwe categorieën:
bouwwerken waarvoor een lichte bouwvergunning moet worden aangevraagd en
bouwwerken waarvoor een reguliere bouwvergunning nodig is.
Bij vergunningvrije bouwwerken is geen sprake van een toets aan redelijke eisen van
welstand en evenmin aan het bestemmingsplan. Ze moeten wel aan de voorschriften van
het Bouwbesluit voldoen, maar worden daar niet preventief aan getoetst.
Een aanvraag voor een lichte bouwvergunning kan door Burgemeester en Wethouders
voor advies aan de welstandscommissie worden voorgelegd. Indien het College
daarvoor niet kiest, wordt zij geacht zelf te oordelen over de welstandsaspecten van het
bouwplan. Burgemeester en Wethouders moeten op een aanvraag voor een lichte
bouwvergunning binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag beslissen.
Aanvragen voor een reguliere bouwvergunning moeten -voor zover de gemeenteraad
voor het betreffende gebied welstandscriteria heeft vastgesteld- altijd voor advies aan de
welstandscommissie worden voorgelegd. Burgemeester en Wethouders moeten op een
reguliere aanvraag beslissen binnen twaalf weken na ontvangst. Deze termijn kan met
ten hoogste zes weken worden verlengd.
Een vergunning voor een regulier vergunningplichtig bouwwerk kan op verzoek van de
aanvrager in twee fasen worden verleend.
In de eerste fase wordt de aanvraag getoetst aan de eventuele stedenbouwkundige
voorschriften in de Bouwverordening, aan het bestemmingsplan, aan de vereisten van
de Monumentenwet of een provinciale c.q. gemeentelijke monumentenverordening
(indien van toepassing) en aan redelijke eisen van welstand.
Als een vergunning in eerste fase verleend is, of de termijn waarbinnen de aanvraag in
eerste fase moet worden beslist is verstreken, kan de aanvraag in tweede fase getoetst
worden aan het Bouwbesluit en aan de voorschriften in de Bouwverordening (eventuele
stedenbouwkundige voorschriften uitgezonderd). Voor elke fase moet Burgemeester en
Wethouders binnen zes weken beslissen, eenmaal te verlengen met zes weken.