Kadernota Welstandsbeleid
Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de
constructie. Ook wanneer andere aspecten dan gebruik en constructie de vorm tijdens
het ontwerpproces gaan domineren, mag worden verwacht dat de uiteindelijke
verschijningsvorm een begrijpelijke relatie houdt met zijn oorsprong.
Daarmee is tegelijk gezegd dat de verschijningsvorm méér is dan een rechtstreekse
optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed
kunnen hebben zoals de omgeving en de associatieve betekenis van de vorm in de
sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de
constructie dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit.
Relatie tussen bouwwerk en omgeving
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht
dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of
landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare
betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is.
Bij het oprichten van een gebouw is sprake van het afzonderen en in bezit nemen van
een deel van de algemene ruimte voor particulier gebruik. Gevels en volumes vormen
zowel de externe begrenzing van de gebouwen als ook de wanden van de openbare
ruimte die zij gezamenlijk bepalen. Het gebouw is een particulier object in een openbare
context, het bestaansrecht van het gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen,
maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke
omgeving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden
verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om
gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en
de te verwachten ontwikkeling daarvan.
Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren kunnen de gebiedsgerichte
welstandscriteria duidelijkheid verschaffen.
Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht
dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden gebruikt en uitgewerkt, zodat er
concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke
realiteit.
Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taal zijn eigen
grammaticale regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten
en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of ongeïnspireerd
gebruikt, wordt een tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk
verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden
gehanteerd.
Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen krijgen zij een
zelfstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie, bepaalde associaties
op. Pilasters in classicistische gevels verwijzen naar zuilenstructuren van tempels,
transparante gevels van glas en metaal roepen associaties op met techniek en
vooruitgang.
In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat
eerder of elders reeds aanwezig was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De
kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze waarop die
verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de
actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn
in de bestaande maatschappelijke realiteit. Zorgvuldig gebruik van verwijzingen en
associaties betekent onder meer dat er een bouwwerk ontstaat dat integer is naar zijn
tijd, doordat het op grond van zijn uiterlijk in de tijd worden geplaatst waarin het werd
gebouwd of verbouwd. Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het
14
Kadernota Welstandsbeleid
verleden, maar bij nieuw- of verbouw in bestaande (monumentale) omgeving betekent
dit dat duidelijk moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp
kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het
imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.
Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te 'begrijpen' als
beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant
van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig
met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst.
Evenwicht tussen helderheid en complexiteit
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht
dat er structuur is aangebracht in het beeld, zonder dat de aantrekkingskracht door
simpelheid verloren gaat.
Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld is dat er
structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de
waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw.
Symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde
waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informatie die de gebouwde
omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld.
Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk
moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct
prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger
worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als
complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit
in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het
programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge
belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in evenwichtige en
spanningsvolle relatie.
Schaal en maatverhoudingen
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht
dat het een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt
toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen.
leder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de
betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen
grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien
alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken.
De maatverhoudingen van een bouwwerk zijn van groot belang voor de
belevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk één van de meest ongrijpbare aspecten bij
het beoordelen van ontwerpen. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de
maatverhoudingen van een bouwwerk, maar waarom de maatverhoudingen van een
bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere,
valt nauwelijks vast te stellen.
Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen
een sterkere samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast kunnen ook
spanning en contrast daarin hun werking hebben.
De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen de compositie
van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale
compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een aanbouw of een
zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa en/of de
vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het object zelf maar ook van de
omgeving waarin dat is geplaatst.
15