Blad 130
3.2.3. Financiële positie, stand van zaken
Een belangrijke randvoorwaarde om het in de programma's vermelde beleid tot
ontwikkeling te brengen is een gezond financieel beleid. De financiën
bepalen sterk de grenzen van de mogelijkheden.
Leeuwarden ligt in een sociaal economisch zwakke regio. Het Leeuwarder
beleid is er dan ook op gericht de sociaal economische ontwikkeling waar
mogelijk te stimuleren. De sociaal economisch zwakke omgeving en de
gevoerde politiek tot verbetering van die sociaal economische situatie
hebben gevolgen voor de financiële positie van de gemeente. Beschikbare
middelen worden maximaal ingezet voor investeringen in de fysieke en/of
sociale infrastructuur. Investeren in de gemeente heeft een hogere
prioriteit dan het verbeteren van de balanspositie van de gemeente. Wij
zijn er van overtuigd dat op langere termijn hiermee uiteindelijk ook de
financiële positie van de gemeente het best gediend is.
Dat wil niet zeggen dat de directe verbetering van de financiële positie
geen aandacht krijgt, wel dat dit zeer geleidelijk wordt aangepakt. Zo
heeft de laatste jaren een sanering van de immateriële activa
plaatsgevonden en zijn voorzieningen voor wachtgelden van personeel en
wachtgelden en pensioenen van bestuurders gecreëerd. In tegenstelling tot
eisen in de concept comptabiliteitsvoorschriften zijn geen voorzieningen
getroffen voor vakantiegelden, vakantiedagen, IZA-premies gepensioneerden
en dergelijke. Wij zijn er van uit gegaan dat de conceptvoorschriften op
deze punten nog worden aangepast, omdat wij van mening zijn dat het treffen
van voorzieningen op al deze terreinen leidt tot het vastleggen van
middelen die doeltreffender voor investeringen kunnen worden aangewend.
Volgens de laatste ons bekende berichten vindt inderdaad aanpassing van de
voorschriften op dit punt plaats.
Zoals blijkt uit paragraaf 3.2.1, waarin de ontwikkeling van de financiële
positie is geschetst, sluit de begroting voor de jaren 2003, 2004 en 2005
dankzij een bijdrage uit de algemene reserve en resteert voor 2006 een
minimaal overschot. Daarmee is de meerjarenraming structureel sluitend.
De Algemene Reserve blijft op haar dieptepunt eind 2004 met 11,4 miljoen
nog ruim boven het vastgestelde minimum van 7 miljoen.
Wij achten deze uitkomst gezien de omvang van het nieuwe beleid
bevredigend
Bij de beoordeling van de hoogte van de Algemene Reserve hebben wij ook het
stand van zaken rond het weerstandsvermogen betrokken.
Zoals wij in de paragraaf weerstandsvermogen hebben geschreven achten wij
de omvang van onze weerstandscapaciteit voldoende ten opzichte van de
risico's. Daarbij nemen wij in aanmerking dat de naar onze mening
noodzakelijke voorzieningen zijn getroffen en ook overigens de waardering
van bezittingen en schulden acceptabel is.
Een rijke gemeente zijn wij in financiële zin vooralsnog niet. Wel het
dynamische, bloeiende centrum van het in alle opzichten unieke Fryslan.
Leeuwarden, september 2002
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
Blad 131
ir. Sk.A. Brouwers, secretaris.