A a n
de R a a d
De Oommissie, door U aangewezen voor het onderzoek der
rekening van de gem. instelling voor Maatschappelijk Hulp-
betoon (afd. Armwezen)dienst 1949, rapporteert U dien-
aangaande het volgende:
In de eersbe plaats is de Oommissie van oorûeel, dat de
veranderde vorm van de rekening geen verbetering genoemd
Van worden. Kon men voorheen betrekkelijk vlug zien welk
voor- of nadelig saldo een bepaald onderdeel van het arm-
wezen aanwijst, thans eist dit een min of meer omvangrijke
beeijfering. De beweegreden tôt het invoeren van een ander
model der rekening is de Oommissie dan ook niet duidelijk.
Het is mogeli^k dat de Armmeester motieven kan aanvoeren
voor de wijziging, welke de Oommissie, zonder nadere toe-
liohting, niet kan beoordelen.
Ultgaven.
Cp artikel 6 is f. 13.- geboekt wegene abonnement - on-
derhoud - schrijfmaohine over het le halfjaar, terwijl de-
ze kosten over het 2e halfjaar op artikel 7 voorkomen. De
vxaag is, of hiervoor een bepaalde reden aanwezig is.
Het komt een enkele keer voor dat kantoorbehoeften van
een firma in Apeldoorn zijn aangeschaft. waren de gekoohte
artikelen niet birmen de gemeente verkrijgbaar
Betreft teruggaaf van bij voorschot betaalde reis- en
verblijf kosten door de Anameester. De bevelsckriften wij-
zen aan f. 17,50, f. 40,75 en f. 51,35. Het treft de Com-
missie dat elke specificatie ontbreekt. Si3 is van mening,
dat het bestuur der gemeente er recht op heeft te kunnen
nagaan waaraan de gedane uitgaven zijn besteed. De gevolg-
de vijze van kandelen acht de Oommissie niet bevredigend,
te meer waar reeds eerder hierover een bemerking is gemaakt.
Bxjfdst. III, art, 12e ULt de aan dit bevelschrift gehechte bijlage is niet op
no. 455 te maken door wie het laatstgenoemde bedrag ad f. 30,90 is
genoten.
Hoofdst. III, art.12e De aan het bevelschrift gehechte nota laat in het midden
no. 143 hoeveel en welke soort brandstof door de daarmee bedeelden
is ontvangen. De Oommissie stelt het op prijs dit te kunnen
nagaan.
Hoofdst. III, art.14 De aangehechte nota van J.Boechma ad f. 12,20 had ge
no. 46 specificeerd behoren te zijn. Aangezien de begrafeniskos-
ten nogal uiteenlopen acht de Oommissie specificatie dier
kosten gev/enst.
Hoofdst. HI, art. 14 De vraag is gerezen of deze kosten ook weer verhaald
no. 358 zijn (bedrag f. 14,20).
Hoofdst. II, art. 6
en
Hoofdst. II, art. 7
Hoofdst. II, art. 7
Hoofds t. Il, art11
- Hoofdst.III, art,14a -
-1.842:5