6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het onhewoonhaar
verklaren van een drietal woningen. onuewoonoaar
Dit voorstel luidt als volgt (bijlage 7).
^4?er j?îjkstra vraagtof deze woningen, die thans
voor onhewoonhaarverklaring worden voorgedragen, de slechtste
zijn m de gemeente.
1?eantwoordt; âeze vraag ontkennend, maar deze
kwamen het eerst m aanmerkmg om hepaalde redenen. Eén van de
woningen staat leeg en voordat er een gezin intrekt, is het ge-
wenstdat de nodige maatregelen zijn genomen. De hewoner van
het pand Einkum lO^gaat deze week verhuizen naar het Tichelwerk.
Er hlijft dan nog één hewoonde woning over, voor welk geval eeh
oplossing gezocht moet worden door toewijzing van een hetere
woongelegenheidDe toestand is echter zodanig, dat een hesluit
tôt onhewoonhaarverklaring ten voile verantwoord is.
Binnenkort zullen Burgemeester en Wethouders het gehele pro—
bleem der onhewoonhaarverklaring onder de loupe nemen en zullen
zij de Raad nadere voorstellen dienaangaande doen.
Na deze mededeling verenigt de Raad zich zonder stemming met
het gedane voorstel en stelt het navolgende hesluit vast (hijla-
ge 8
7. Schrijven van de G-edeputeerde Staten dezer provincie over de
jaarwedden van de V/ethouders, met voorstel van Burgemeester en
Wethouders
Burgemeester en Wethouders schrijven de Raad het volgende
(zie hijlage 9).
De heer Tolsma wil slechts één opmerking maken. De wethouders
zelf schijnenHëT voldoende te vinden.
De Voorzitter hevestigt dit, maar wijst er op, dat de wedden
niet aan de hoge kant zijn. De verhoging, die in het voorjaar
van 1954 heeft plaats gevonden, geschiedde in het kader van het
algemeen salarisheleid van de Regering.
Zonder verdere discussie verenigt de Raad zich met de conclu-
sies van het schrijven van Burgemeester en Wethouders en wordt
hesloten dienovereenkomstig aan de Gedeputeerde Staten te he-
richten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aankoop van het
motorrijwiel thans in gehruik hij het Hoofd van de gemeentelijke
dienst voor Sociale Zaken.
Dit voorstel luidt alsvolgti (hijlage 10).
De heer Tolsma had dit onderwerp graag hij de hehandeling
van de hegrôTing in de Secties aan de orde zien gesteld. Hij
vraagt of dit nu de slotscène van het drama is.
■^e Voorzitter antwoordt hevestigend en meent, dat wat Burge
meester en "Wethouders thans voorstellen het meest aannemelijke
is
De heer Tolsma vindt de kledingvergoeding aan de hoge kant.
De Voorzitter hefcwijfelt dit. De Vries heeft leren motorkle-
ren aangeschaft en warme onderkleding. De hillijkheid hrengt
meedat de gemeente hem in de kosten hiervan tegemoet komt.