- 2 - e. het waarborgen der rente en aflossingen van geldleningen, door anderen aan te gaanj f. het kopen, ruilen, vervreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goed, waardepapieren of vorderingen; g. het aanvaarden van aan de Stichting vermaakte erfstellingen of legaten of gedane schenkingenj h. het verhuren, verpachten of in gebruik geven van eigendommen, behoudens tôt het doel waarvoor de Stichting dient i. het aanbesteden van werken en leverantiën; j. het deelnemen in stichtingen, besloten of naamloze vennootschappen k. het voeren van rechtsgedingen door de Stichting, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie; 1. het berusten in een tegen de Stichting ingestelde rechtsvordering; mogen niet worden genomen dan met schriftelijke goedkeuring van burgemeester en wethouders. Bij een geschil tussen de gemeente en de Stichting is geen goedkeuring vereist als bedoeld onder c, k en 1; 7. de Stichting verplicht zich om desgevraagd aan decbor de gemeente aan te wij- zen personen inzage te verstrekken van aile boeken en bescheiden van de Stichting en volledige medewerking te verlenen aan maatregelen, welke burgemees ter en wethouders voor een goede contrôle op het financieel beheer en een goede administratie nodig zullen oordelen; 8. de Stichting zal het gebouw behoorlijk en ten genoegen van burgemeester en wethouders doen onderhouden. Burgemeester en wethouders zullen te allen tijde bevoegd zijn de toestand van de opstallen te doen opnemen. De door hen nodig geoordeelde herstellingen zullen op eerste aanschrijving binnen de door hen te stellen termijn door het stichtingsbestuur worden uit- gevoerd 9. indien de Stichting nalatig blijft de door burgemeester en wethouders gelaste herstellingen als bedoeld in sub 8 uit te voeren is de gemeente bevoegd deze herstellingen uit te voeren op kosten van de Stichting; 10. de Stichting zal er voor zorgdragen dat het onroerend goed voldoende zal worden verzekerd of verzekerd zal worden gehouden tegen brand- en stormschade op herbouwwaarde, en eventueel andere schaden, zulks ten genoegen van burgemeester en wethouders; 11. de afschrijving van het onroerend goed zal plaats vinden in dezelfde termijn als de looptijd der geldlening te weten vijf en twintig jaren; 12. de Stichting verbindt zich, indien zij het onroerend goed niet meer overeen- komstig de bestemming gebruikt of de exploitatie daarvan beëindigt aan de gemeente het recht te verlenen het onroerend goed van de Stichting over te nemen tegen de, boekwaarde; onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten of bij weigering door de Kroon; 13. de onder 12 vermelde verplichting van de Stichting geldt eveneens ingeval tôt ontbinding van de Stichting wordt besloten, of de Stichting in strijd^ met een of meerdere van de in dit besluit vervatte bepalingen handelt of indien de Stichting niet tijdig tôt betaling van rente en aflossing van de door de gemeente gegarandeerde lening overgaat; 14. de Stichting verbindt zich tôt meerdere zekerheid van hetgeen de gemeente uit hoofde van de onderhavige garantie van haar te vorderen heeft aan de gemeente het recht van eerste hypotheek te verstrekken; 15. bij vervreemding, bezwaring of verpanding van onroerend goed, waardepapieren of vorderingen door de Stichting zonder goedkeuring van burgemeester en wet houders zal het Stichtingsbestuur aan de gemeente verbeuren een geldsom van 10.000,--, waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt vervreemding, bezwaring of verpanding hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, ook na hun aftreden als bestuurslid, hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen aanwezig zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreemding, bezwaring of verpanding niet als geldig teerkennen; 16. de gemeenteraad kan, ter meerdere zekerheid voor de gemeente, een gedelegeerde aanwijzen, die namens hem de bestuursvergaderingen van de Stichting kan bijwo- nen doch alszodanig geen stemrecht bezit;

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 107